De dood van soldaat Ancia
Geplaatst: 27 dec 2023 19:25
Op 11 mei 1940 om circa 10h50 kwam bij een explosie in het fort van Eben-Emael de soldaat Ancia om het leven. Voor Koning en Vaderland gevallen bij het uitvoeren van een gevaarlijke opdracht waarvoor hij zich als vrijwilliger had gemeld. Hij stierf bij een poging tot het opblazen van de galerij die het fort ondergronds verbindt met het zich buiten de perimeter van het fortmassief bevindende blok 01. Een werk bewapend met machinegeweren, antitank-
geschut en met een waarnemingskoepel voor observaties op grote afstand met codenaam Eben 1. Het werk torent heden ten dage vanaf kanaalniveau gezien zichtbaar uit boven het kanaal en de sluis van Ternaaien. In 1940 had het Albertkanaal ter plaatse nog niet zijn huidige breedte en was het theoretische schootsveld van het blok beperkter en de zichtbaarheid van het werk vanaf kanaalniveau minder groot.
Mijn gedachten dwaalden deze week als Eben-Emael-vorser onwillekeurig naar Ancia af toen ik in de media berichten las over ongelukken met vuurwerk in mijn geboorteland. Telkenjare rondom de jaarwisseling vliegen daarbij tal van ledematen van tal van onvoorzichtige onnozelaars in het rond. En laten soms mensen daarbij zinloos het veelal jonge leven. En brengen omstanders in nodeloos gevaar.
Aan jezelf opblazen voorafgaand, tijdens of na een jaarwisseling en anderen onnodig in gevaar brengen is evenwel niets heldhaftigs. Wat anders wordt het in mijn belevingswereld als je, zoals de soldaat Ancia deed, bewust een risico neemt om een door de fortleiding belangrijk geachte militaire opdracht uit te voeren waarvoor je niet bent opgeleid maar waarvoor door omstandigheden geen andere vrijwilliger gevonden kan worden.
Soldaat Ferdinand Jean Gérard Ancia, stamnummer 290-5195, werd geboren in Luik-stad op 11 juli 1918. In het civiele leven was hij werkzaam als electriciën. Op 31 januari 1938 werd hij opgeroepen als milicien bij het Vestingregiment Luik en ingedeeld bij het garnizoen van fort Eben-Emael. Daar vervulde hij de functie van telefonist. Na afloop van zijn dienstplicht bleef hij conform bevel in actieve dienst. Een maatregel waartoe de overheid aanvang 1939 had besloten als gevolg van de toegenomen spanningen in Europa. Ancia was niet het type van de geboren soldaat. Zijn militaire carrière verliep met ups en downs. In de mobilisatietijd bevorderd tot korporaal, werd hij korte tijd later weer gedegradeerd tot soldaat.
In de vroege ochtend van 11 mei 1940, minder dan 24 uur na het begin van de Duitse aanval op het fort, werd het duidelijk dat het lot van Eben-Emael bezegeld was. Opdracht werd gegeven om de nog intacte verdedigingsmiddelen te saboteren. En majoor Jottrand, de fortcommandant, zocht een vrijwilliger om met springstof de galerij naar blok 01 op te blazen. Het moreel van het fortgarnizoen was door de onverhoedse en voor de verdedigers verliesrijke Duitse aanval zwaar aangetast. Soldaten met ervaring met en kennis van explosieven waren schaars, deels al elders voor vergelijkbare vernietigingsopdrachten in het fort ingeschakeld en op dit cruciale moment blijkbaar voor deze taak niet te vinden. Jottrand deed een oproep voor een vrijwilliger om zich te melden. De soldaat Ancia meldde zich. Zonder ervaring met springstoffen en zonder ervaring met ontstekingsmiddelen. Een summiere uitleg over gebruik ervan door een nerveuze officier moest volstaan. Volgens naoorlogse verhalen van zijn wapenbroeders die de strijd overleefden, meldde hij zich vrijwillig voor deze opdracht om gehuwde collega’s te vrijwaren van risico. Ancia zelf was vrijgezel. En, volgens sommigen meldde hij zich ook om de smet van zijn eerdere degradatie uit te wissen.
De nodig geachte hoeveelheid springstof werd vanuit de ondergrondse kazerne naar de galerij richting blok 01 gebracht. Ancia bracht de lading aan op een 25-tal meters afstand van de sas-met-pantserdeur die toegang gaf tot blok 01. Bouwkundige voorzieningen voor het aanbrengen van springstof in de vorm van een speciale nis in de zijwand van de galerij, waren er wel maar niet op de plek waar hij de lading plaatste. Niemand had hem daarop gewezen. De ontsteking van de springlading werd handmatig door Ancia in werking gezet waarna hij dekking zocht in een zijgang. In de de galerij-met-trap die naar het werk Kanaal Zuid leidde.
Maar Ancia maakte, waarschijnlijk door onwetendheid dan wel tijdgebrek, een fatale misrekening. Toen de springlading detoneerde bevond hij zich veel te dicht bij het springpunt. Door de enorme luchtdruk die de explosie in de nauwe gangen teweeg bracht, werd hij op slag gedood. Zijn gehavende lichaam werd na de capitulatie van het fort door Duitse militairen gevonden op de trap naar het werk Mi Zuid.
De galerij naar blok 01 raakte door de explosie wel zwaar, maar niet onherstelbaar beschadigd. De Duitsers zouden evenwel niet meer pogen, zoals oorspronkelijk gevreesd, om via het werk 01 in het gangenstelsel van het fort te komen. Het fort had inmiddels gecapituleerd. De strijd was gestreden.
Soldaat Ancia kreeg een tijdelijk veldgraf bij de hoofdingang van het fort en vond zijn definitieve laatste rustplaats in juni 1940 op begraafplaats Sinte Walburge in zijn geboortestad Luik. Op zijn graf prijkt een inmiddels door vele jaren weer en wind aangetaste foto van hem in uniform. Eigenlijk te slecht van kwaliteit voor publicatie maar een andere, betere foto heb ik niet. Daarom plaats ik deze foto hier toch.
Uit eerbetoon aan Ferdinand Ancia.
geschut en met een waarnemingskoepel voor observaties op grote afstand met codenaam Eben 1. Het werk torent heden ten dage vanaf kanaalniveau gezien zichtbaar uit boven het kanaal en de sluis van Ternaaien. In 1940 had het Albertkanaal ter plaatse nog niet zijn huidige breedte en was het theoretische schootsveld van het blok beperkter en de zichtbaarheid van het werk vanaf kanaalniveau minder groot.
Mijn gedachten dwaalden deze week als Eben-Emael-vorser onwillekeurig naar Ancia af toen ik in de media berichten las over ongelukken met vuurwerk in mijn geboorteland. Telkenjare rondom de jaarwisseling vliegen daarbij tal van ledematen van tal van onvoorzichtige onnozelaars in het rond. En laten soms mensen daarbij zinloos het veelal jonge leven. En brengen omstanders in nodeloos gevaar.
Aan jezelf opblazen voorafgaand, tijdens of na een jaarwisseling en anderen onnodig in gevaar brengen is evenwel niets heldhaftigs. Wat anders wordt het in mijn belevingswereld als je, zoals de soldaat Ancia deed, bewust een risico neemt om een door de fortleiding belangrijk geachte militaire opdracht uit te voeren waarvoor je niet bent opgeleid maar waarvoor door omstandigheden geen andere vrijwilliger gevonden kan worden.
Soldaat Ferdinand Jean Gérard Ancia, stamnummer 290-5195, werd geboren in Luik-stad op 11 juli 1918. In het civiele leven was hij werkzaam als electriciën. Op 31 januari 1938 werd hij opgeroepen als milicien bij het Vestingregiment Luik en ingedeeld bij het garnizoen van fort Eben-Emael. Daar vervulde hij de functie van telefonist. Na afloop van zijn dienstplicht bleef hij conform bevel in actieve dienst. Een maatregel waartoe de overheid aanvang 1939 had besloten als gevolg van de toegenomen spanningen in Europa. Ancia was niet het type van de geboren soldaat. Zijn militaire carrière verliep met ups en downs. In de mobilisatietijd bevorderd tot korporaal, werd hij korte tijd later weer gedegradeerd tot soldaat.
In de vroege ochtend van 11 mei 1940, minder dan 24 uur na het begin van de Duitse aanval op het fort, werd het duidelijk dat het lot van Eben-Emael bezegeld was. Opdracht werd gegeven om de nog intacte verdedigingsmiddelen te saboteren. En majoor Jottrand, de fortcommandant, zocht een vrijwilliger om met springstof de galerij naar blok 01 op te blazen. Het moreel van het fortgarnizoen was door de onverhoedse en voor de verdedigers verliesrijke Duitse aanval zwaar aangetast. Soldaten met ervaring met en kennis van explosieven waren schaars, deels al elders voor vergelijkbare vernietigingsopdrachten in het fort ingeschakeld en op dit cruciale moment blijkbaar voor deze taak niet te vinden. Jottrand deed een oproep voor een vrijwilliger om zich te melden. De soldaat Ancia meldde zich. Zonder ervaring met springstoffen en zonder ervaring met ontstekingsmiddelen. Een summiere uitleg over gebruik ervan door een nerveuze officier moest volstaan. Volgens naoorlogse verhalen van zijn wapenbroeders die de strijd overleefden, meldde hij zich vrijwillig voor deze opdracht om gehuwde collega’s te vrijwaren van risico. Ancia zelf was vrijgezel. En, volgens sommigen meldde hij zich ook om de smet van zijn eerdere degradatie uit te wissen.
De nodig geachte hoeveelheid springstof werd vanuit de ondergrondse kazerne naar de galerij richting blok 01 gebracht. Ancia bracht de lading aan op een 25-tal meters afstand van de sas-met-pantserdeur die toegang gaf tot blok 01. Bouwkundige voorzieningen voor het aanbrengen van springstof in de vorm van een speciale nis in de zijwand van de galerij, waren er wel maar niet op de plek waar hij de lading plaatste. Niemand had hem daarop gewezen. De ontsteking van de springlading werd handmatig door Ancia in werking gezet waarna hij dekking zocht in een zijgang. In de de galerij-met-trap die naar het werk Kanaal Zuid leidde.
Maar Ancia maakte, waarschijnlijk door onwetendheid dan wel tijdgebrek, een fatale misrekening. Toen de springlading detoneerde bevond hij zich veel te dicht bij het springpunt. Door de enorme luchtdruk die de explosie in de nauwe gangen teweeg bracht, werd hij op slag gedood. Zijn gehavende lichaam werd na de capitulatie van het fort door Duitse militairen gevonden op de trap naar het werk Mi Zuid.
De galerij naar blok 01 raakte door de explosie wel zwaar, maar niet onherstelbaar beschadigd. De Duitsers zouden evenwel niet meer pogen, zoals oorspronkelijk gevreesd, om via het werk 01 in het gangenstelsel van het fort te komen. Het fort had inmiddels gecapituleerd. De strijd was gestreden.
Soldaat Ancia kreeg een tijdelijk veldgraf bij de hoofdingang van het fort en vond zijn definitieve laatste rustplaats in juni 1940 op begraafplaats Sinte Walburge in zijn geboortestad Luik. Op zijn graf prijkt een inmiddels door vele jaren weer en wind aangetaste foto van hem in uniform. Eigenlijk te slecht van kwaliteit voor publicatie maar een andere, betere foto heb ik niet. Daarom plaats ik deze foto hier toch.
Uit eerbetoon aan Ferdinand Ancia.