Goedenavond
Hoewel ik militaire geschiedenis zeer interessant vind, weet ik hier nog bitter weinig van (daarom dat ik lid ben geworden van dit forum). Ik zie vaak termen passeren die ik niet begrijp, kunt u mij helpen?
Wat ik bedoel zijn termen zoals:
infanterie, fuseliers, grenadiers, paracommando's, gendarmerie, genie, ...
Ik weet dat hiermee een bepaalde taak wordt bedoelt maar weet niet wie wat doet.
Verder zie ik ook woorden zoals:
compagnie, regiment, eenheid, divisie, ...
Ik weet dat hiermee troepenverdeling wordt bedoelt maar weet niet hoe het precies in mekaar zit.
Ik veronderstel dat dit voor de meeste mensen op dit forum -die wel iets weten over geschiedenis- makkelijk te begrijpen termen zijn en hoop dat, indien dit het geval is voor u, u mij laat delen van uw wijsheid!
Alvast bedankt voor uw antwoord.
Militaire termen help!!!
-
Pinguïn_Power
- Berichten: 4
- Lid geworden op: 04 nov 2024 16:50
- Locatie: Oostende
Re: Militaire termen help!!!
Hallo Pinguin, ziehier wat informatie (geen idee of alles juist is, maar het meeste moet wel kloppen):
Squad/Groep:
De kleinste eenheid, meestal 8-12 soldaten, geleid door een sergeant.
Peloton:
Bestaat uit 3-4 squads, met 30-50 soldaten. Een luitenant leidt dit.
Compagnie:
Bevat 3-5 pelotons, met 100-200 soldaten. Dit wordt geleid door een kapitein.
Bataljon:
Bestaat uit 3-5 compagnies, met 300-1000 soldaten. Een majoor of luitenant-kolonel heeft hier de leiding.
Regiment:
Een regiment kan 2-3 bataljons hebben, dus ongeveer 1000-3000 soldaten. Een kolonel staat aan het hoofd. Soms is een regiment meer een administratieve eenheid, afhankelijk van 't land.
Brigade:
Bevat 2-5 bataljons, dus 3000-5000 soldaten. Dit wordt geleid door een brigadegeneraal of kolonel.
Divisie:
Bestaat uit 3-4 brigades, met 10.000-20.000 soldaten. Een generaal-majoor leidt dit.
Legerkorps:
Meerdere divisies samen, ongeveer 20.000-50.000 soldaten. Een luitenant-generaal staat aan het hoofd.
Leger:
Bevat meerdere korpsen, en dit kan oplopen tot honderdduizenden soldaten. Dit wordt geleid door een generaal.
Infanterie:
Het gewone voetvolk, ze vechten meestal te voet maar kunnen tegenwoordig ook vervoerd worden met gepantserde voertuigen. Ze zijn de ruggengraat van het leger
Fusiliers:
Is een term die niet vaak meer gebruikt wordt, maar stond voor soldaten die gespecialiseerd waren in het schieten van vuurwapens.
Grenadiers:
Soort van elite infanterie, die oorspronkelijk (in de jaren 1800 dan) granaten wierpen richting de vijand, vandaar grenadiers.
Paracommando’s:
Elite-eenheden die met parachutes achter vijandelijke linies kunnen gedropt worden om speciale en moeilijke missies uit te voeren. Alom bekend als de sterkste, meer robuuste soldaten.
Gendarmerie:
Politie, maar dan militair. Dwz. meer bewapend dan de normale politie, en konden bv. ingezet worden in het geval van grote protesten of dergelijke. Bestaat in België niet meer.
Genie:
De soldaten die zich bezig houden met het versperren van de weg voor de vijand, bv. bruggen opblazen, bomen op de weg leggen, etc., of de weg vrij maken voor vriendelijke troepen.
MVG,
_Beanler_
Squad/Groep:
De kleinste eenheid, meestal 8-12 soldaten, geleid door een sergeant.
Peloton:
Bestaat uit 3-4 squads, met 30-50 soldaten. Een luitenant leidt dit.
Compagnie:
Bevat 3-5 pelotons, met 100-200 soldaten. Dit wordt geleid door een kapitein.
Bataljon:
Bestaat uit 3-5 compagnies, met 300-1000 soldaten. Een majoor of luitenant-kolonel heeft hier de leiding.
Regiment:
Een regiment kan 2-3 bataljons hebben, dus ongeveer 1000-3000 soldaten. Een kolonel staat aan het hoofd. Soms is een regiment meer een administratieve eenheid, afhankelijk van 't land.
Brigade:
Bevat 2-5 bataljons, dus 3000-5000 soldaten. Dit wordt geleid door een brigadegeneraal of kolonel.
Divisie:
Bestaat uit 3-4 brigades, met 10.000-20.000 soldaten. Een generaal-majoor leidt dit.
Legerkorps:
Meerdere divisies samen, ongeveer 20.000-50.000 soldaten. Een luitenant-generaal staat aan het hoofd.
Leger:
Bevat meerdere korpsen, en dit kan oplopen tot honderdduizenden soldaten. Dit wordt geleid door een generaal.
Infanterie:
Het gewone voetvolk, ze vechten meestal te voet maar kunnen tegenwoordig ook vervoerd worden met gepantserde voertuigen. Ze zijn de ruggengraat van het leger
Fusiliers:
Is een term die niet vaak meer gebruikt wordt, maar stond voor soldaten die gespecialiseerd waren in het schieten van vuurwapens.
Grenadiers:
Soort van elite infanterie, die oorspronkelijk (in de jaren 1800 dan) granaten wierpen richting de vijand, vandaar grenadiers.
Paracommando’s:
Elite-eenheden die met parachutes achter vijandelijke linies kunnen gedropt worden om speciale en moeilijke missies uit te voeren. Alom bekend als de sterkste, meer robuuste soldaten.
Gendarmerie:
Politie, maar dan militair. Dwz. meer bewapend dan de normale politie, en konden bv. ingezet worden in het geval van grote protesten of dergelijke. Bestaat in België niet meer.
Genie:
De soldaten die zich bezig houden met het versperren van de weg voor de vijand, bv. bruggen opblazen, bomen op de weg leggen, etc., of de weg vrij maken voor vriendelijke troepen.
MVG,
_Beanler_
Adversor et admorsus