ABBL Veldtelefoons
Geplaatst: 28 dec 2017 22:20
Geachte heren,
Naar deze stukken heb ik lang gezocht tot ze me het afgelopen jaar bijna in de schoot werden geworpen. Veldtelefoons waren vanaf het uitbreken van WO1 onmisbaar geworden in een modern leger. Het Belgisch leger gebruikte blijkbaar een allegaartje van Engelse en Franse telefoons tot in de jaren 1920 tot inheemse telefoonmaatschappijen zoals ATEA moderne en efficiënte modellen begonnen te produceren. De research en de datering van deze uitrustingsstukken kostten me wat moeite, maar enkele foto's van Jean brachten me op het goede spoor. Vooral de bijdragen in de vorm van eigentijdse catalogi vanwege Jan van de ATEA-vrienden brachten uitsluitsel. Wat vroeger als 'RTT-testtoestel uit de jaren 1950' werd afgedaan bleek toch een vooroorlogse militaire variant te kennen die -getuige één enkele foto- ook in het ABBL werd gebruikt. Jaren geleden, toen ik pas ABBL verzamelde, zag ik in één maand minstens zes van deze ATEA's op de markt van Brussel liggen, sommige ervan nog met de originele lederen draagriem. Ik heb ze laten liggen, iets waar ik achteraf natuurlijk spijt van heb gehad. Maar! Waren deze telefoons wel van het vooroorlogse type? Dat kan ik mij niet meer herinneren en ik maak mezelf wijs dat het naoorlogse waren, als troost... Tijdens de Paasvakantie nam ik deel aan de beurs van Remouchamps, traditioneel een plaats waar veel (Waalse) ABBL-verzamelaars samenkomen. Nochtans was het pas nà de beurs dat ik een leuke vondst deed. Van Remouchamps is het niet zo ver naar Spa, waar 2 keer per jaar de wekelijkse brocantemarkt in het Kurpark een 'grote' (zeg maar gerust 'mega-') versie kent. Ook die dag was dat het geval. Met weinig hoop op succes (het was al 1400h!) begon ik aan mijn wandeling. Al aan de derde kraam zag ik ze staan: een koppel ATEA's (het gedoodverfde 'RTT-testmodel'). Door iedereen genegeerd, want 'naoorlogs'... Of toch niet? Ironisch genoeg bestaat er aan Vlaamse kant een serieus overwicht in de kennis van het ABBL, zo heb ik al vaker gemerkt. Typisch Belgisch: men leest niet alleen elkaars kranten nooit, maar ook niet elkaars fora... De informatie van de ATEA-vrienden was eigenlijk baanbrekend, en dus wist ik waarop te letten. Elk militair model moet een groen gelakt houdertje hebben voor de laryngofoon (keelmicrofoon) voor gebruik bij het gasmasker. Dat was hier het geval, dus... Spijtig genoeg ontbraken de keelmicrofoontjes en de kabeltjes van de hoorns waren 'gerecupereerd', maar dat kon de pret niet drukken toen de verkoper 20 euro vroeg en ik er nog 5 euro heb afgeknepen... Ooit (op de beurs van Walcourt) had een oude verzamelaar van transmissiematerieel mijn wat ('4polige') kabels geschonken 'om Duitse veldtelefoons te restaureren', maar wellicht zijn de kabels die ik op de foto's heb toegevoegd van Belgische oorsprong (weliswaar civiel...) en dus geschikt om deze leuke ATEA's te restaureren. Als draagriemen heb ik voorlopig gasmaskerriemen gebruikt. 'Tirez votre plan', improviseren, dé sterkte van het AB(B)L, dus plausibel. Hopelijk vind ik ooit de lederen draagriemen!
Vorig jaar werd mij in Waver dan het oudste model aangeboden (Jean noemde dit het 'tweede model', of vergis ik mij?), spijtig genoeg een singeltje zonder draagriem. Al bij al proper, met de 'breekbare' hoorn in perfecte staat. Kabel nog aanwezig. Het is het model dat door die officier van de Grenswielrijders gebruikt wordt (iconische foto!).
Nelis
1. Overzichtje van de 3 telefoons. Niet op de foto: de 'halfnatte' batterij die ik in één van de ATEA's vond (als ik mij goed herinner) 2. Het zgn. 'tweede model' met de 'breekbare' hoorn (figuurlijke betekenis). Uit de discussie op dit forum is me de chronologie van de modellen van Belgische makelijk niet écht duidelijk geworden (1. 'Houten ATEA' 2. 'Tweede model' in staal met (figuurlijk) 'breekbare' hoorn 3. Zgn. 'Naoorlogs RTT-testmodel'???). Het zwengeltje had een bakelieten 'rollertje' maar dat sprong in 1000 stukjes uiteen toen ik het maar aanraakte.. 3. De 'breekbare' hoorn heeft een tamelijk klassieke vorm, eens deze uitgeklapt is. 4. De twee ATEA's van voor de oorlog. Kabels moeten nog gemonteerd worden (niet gemakkelijk!) en gasmaskerdraagriemen zijn m.i. een 'elegante' oplossing. Typisch bij dit model zijn de nogal vlakke hoorns. 5. Detail van de ATEA's. Bemerk het sledevormige houdertje in groen gelakt staal, links naast de verzinkte veer die de hoorn op zijn plaats moet houden als de telefoon gesloten is. Dit is volgens mij hét detail om op te letten om te bepalen of zo'n ATEA vooroorlogs én militair is. Ik zie geen enkele reden waarom men op naoorlogse civiele modellen een keelmicrofoon zou gebruiken, dus een houder hiervoor is ook nutteloos. Ik heb inderdaad al ATEA's gezien zonder deze houder (die op de markt van Brussel???).
Naar deze stukken heb ik lang gezocht tot ze me het afgelopen jaar bijna in de schoot werden geworpen. Veldtelefoons waren vanaf het uitbreken van WO1 onmisbaar geworden in een modern leger. Het Belgisch leger gebruikte blijkbaar een allegaartje van Engelse en Franse telefoons tot in de jaren 1920 tot inheemse telefoonmaatschappijen zoals ATEA moderne en efficiënte modellen begonnen te produceren. De research en de datering van deze uitrustingsstukken kostten me wat moeite, maar enkele foto's van Jean brachten me op het goede spoor. Vooral de bijdragen in de vorm van eigentijdse catalogi vanwege Jan van de ATEA-vrienden brachten uitsluitsel. Wat vroeger als 'RTT-testtoestel uit de jaren 1950' werd afgedaan bleek toch een vooroorlogse militaire variant te kennen die -getuige één enkele foto- ook in het ABBL werd gebruikt. Jaren geleden, toen ik pas ABBL verzamelde, zag ik in één maand minstens zes van deze ATEA's op de markt van Brussel liggen, sommige ervan nog met de originele lederen draagriem. Ik heb ze laten liggen, iets waar ik achteraf natuurlijk spijt van heb gehad. Maar! Waren deze telefoons wel van het vooroorlogse type? Dat kan ik mij niet meer herinneren en ik maak mezelf wijs dat het naoorlogse waren, als troost... Tijdens de Paasvakantie nam ik deel aan de beurs van Remouchamps, traditioneel een plaats waar veel (Waalse) ABBL-verzamelaars samenkomen. Nochtans was het pas nà de beurs dat ik een leuke vondst deed. Van Remouchamps is het niet zo ver naar Spa, waar 2 keer per jaar de wekelijkse brocantemarkt in het Kurpark een 'grote' (zeg maar gerust 'mega-') versie kent. Ook die dag was dat het geval. Met weinig hoop op succes (het was al 1400h!) begon ik aan mijn wandeling. Al aan de derde kraam zag ik ze staan: een koppel ATEA's (het gedoodverfde 'RTT-testmodel'). Door iedereen genegeerd, want 'naoorlogs'... Of toch niet? Ironisch genoeg bestaat er aan Vlaamse kant een serieus overwicht in de kennis van het ABBL, zo heb ik al vaker gemerkt. Typisch Belgisch: men leest niet alleen elkaars kranten nooit, maar ook niet elkaars fora... De informatie van de ATEA-vrienden was eigenlijk baanbrekend, en dus wist ik waarop te letten. Elk militair model moet een groen gelakt houdertje hebben voor de laryngofoon (keelmicrofoon) voor gebruik bij het gasmasker. Dat was hier het geval, dus... Spijtig genoeg ontbraken de keelmicrofoontjes en de kabeltjes van de hoorns waren 'gerecupereerd', maar dat kon de pret niet drukken toen de verkoper 20 euro vroeg en ik er nog 5 euro heb afgeknepen... Ooit (op de beurs van Walcourt) had een oude verzamelaar van transmissiematerieel mijn wat ('4polige') kabels geschonken 'om Duitse veldtelefoons te restaureren', maar wellicht zijn de kabels die ik op de foto's heb toegevoegd van Belgische oorsprong (weliswaar civiel...) en dus geschikt om deze leuke ATEA's te restaureren. Als draagriemen heb ik voorlopig gasmaskerriemen gebruikt. 'Tirez votre plan', improviseren, dé sterkte van het AB(B)L, dus plausibel. Hopelijk vind ik ooit de lederen draagriemen!
Vorig jaar werd mij in Waver dan het oudste model aangeboden (Jean noemde dit het 'tweede model', of vergis ik mij?), spijtig genoeg een singeltje zonder draagriem. Al bij al proper, met de 'breekbare' hoorn in perfecte staat. Kabel nog aanwezig. Het is het model dat door die officier van de Grenswielrijders gebruikt wordt (iconische foto!).
Nelis
1. Overzichtje van de 3 telefoons. Niet op de foto: de 'halfnatte' batterij die ik in één van de ATEA's vond (als ik mij goed herinner) 2. Het zgn. 'tweede model' met de 'breekbare' hoorn (figuurlijke betekenis). Uit de discussie op dit forum is me de chronologie van de modellen van Belgische makelijk niet écht duidelijk geworden (1. 'Houten ATEA' 2. 'Tweede model' in staal met (figuurlijk) 'breekbare' hoorn 3. Zgn. 'Naoorlogs RTT-testmodel'???). Het zwengeltje had een bakelieten 'rollertje' maar dat sprong in 1000 stukjes uiteen toen ik het maar aanraakte.. 3. De 'breekbare' hoorn heeft een tamelijk klassieke vorm, eens deze uitgeklapt is. 4. De twee ATEA's van voor de oorlog. Kabels moeten nog gemonteerd worden (niet gemakkelijk!) en gasmaskerdraagriemen zijn m.i. een 'elegante' oplossing. Typisch bij dit model zijn de nogal vlakke hoorns. 5. Detail van de ATEA's. Bemerk het sledevormige houdertje in groen gelakt staal, links naast de verzinkte veer die de hoorn op zijn plaats moet houden als de telefoon gesloten is. Dit is volgens mij hét detail om op te letten om te bepalen of zo'n ATEA vooroorlogs én militair is. Ik zie geen enkele reden waarom men op naoorlogse civiele modellen een keelmicrofoon zou gebruiken, dus een houder hiervoor is ook nutteloos. Ik heb inderdaad al ATEA's gezien zonder deze houder (die op de markt van Brussel???).