Dêpôt des Equipages
Geplaatst: 30 mei 2011 07:41
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog deed de nood aan een Marine zich weer gevoelen. Met stukjes en brokjes ging men over tot de oprichting ervan. Zo werd naar aanleiding van het losbreken van de onbeperkte Duitse onderzeebotenoorlog, die zware verliezen toebracht aan de Geallieerden in 1917 besloten tot de oprichting van een bemanningsdepot te Calais op 5 mei 1917. Dit Depot moest een Staf omvatten samen met 2 compagnies zeelui en 1 peloton marineartillerie (400 man).
Het Belgische leger trekt beroepszeelui terug van het front en hergroepeert hen in het depot. Ze maken eerst deel uit van de bemanningen van het 6de Franse Mijnveegsmaldeel, gebaseerd in Calais. Daarnaast leveren ze ook de ploegen die de artilleriestukken bemannen aan boord van onze handelsschepen.
In totaal sterven 284 officieren & manschappen tijdens de Eerste Wereldoorlog, 160 anderen werden als vermist opgegeven.
Na de oorlog werd dit Depot gekazerneerd te Oostende in het Leopoldsfort. Het Korps der Zeelieden en Torpedisten, zoals het genoemd werd na 18 december 1918, ontvangt 11 torpedoboten en 26 mijnenvegers, die in Brugge hun ligplaats krijgen. Bovendien doet de ‘Entrecasteaux’, een Franse kruiser, er dienst als vlottende basis. Bovendien werd beroep gedaan op het Depot om toezicht te houden op de Rijn en dit vanaf Keulen tot de Nederlandse grens; hiertoe werd de Rijnflottielje opgericht.
JMO 1917 tome II blz 341-350
Het Belgische leger trekt beroepszeelui terug van het front en hergroepeert hen in het depot. Ze maken eerst deel uit van de bemanningen van het 6de Franse Mijnveegsmaldeel, gebaseerd in Calais. Daarnaast leveren ze ook de ploegen die de artilleriestukken bemannen aan boord van onze handelsschepen.
In totaal sterven 284 officieren & manschappen tijdens de Eerste Wereldoorlog, 160 anderen werden als vermist opgegeven.
Na de oorlog werd dit Depot gekazerneerd te Oostende in het Leopoldsfort. Het Korps der Zeelieden en Torpedisten, zoals het genoemd werd na 18 december 1918, ontvangt 11 torpedoboten en 26 mijnenvegers, die in Brugge hun ligplaats krijgen. Bovendien doet de ‘Entrecasteaux’, een Franse kruiser, er dienst als vlottende basis. Bovendien werd beroep gedaan op het Depot om toezicht te houden op de Rijn en dit vanaf Keulen tot de Nederlandse grens; hiertoe werd de Rijnflottielje opgericht.
JMO 1917 tome II blz 341-350