De loting 1830-1909
Geplaatst: 01 jun 2011 08:13
2. België vanaf 1830
Na de Onafhankelijkheidsverklaring zou het jonge België de militiewetgeving van het Koninkrijk der Nederlanden blijven hanteren. Deze had uitdrukkelijk gesteld dat het leger voor het grootste deel uit vrijwilligers moest bestaan. De inwoners van de jonge monarchie voelden zich niet tot Mars aangetrokken en zodoende bleef de loting de voornaamste bron van rekruten.
Bij de militiewet van 1817, artikel 60, werd bepaald dat alle jonge mannen aan de loting moesten deelnemen in het jaar dat ze 19 werden. Dit gold niet alleen voor de Belgische jongemannen, maar ook voor de in ons land permanent verblijvende vreemdelingen ! Deze laatsten werden achteraf meestal vrijgesteld van dienst. In het negentiende levensjaar moesten de jonge mannen zich laten regristreren op het politiecommissariaat van de wijk. Vanaf 1843 werden er vragen gesteld bij de « te » jeugdige leeftijd van de « conscrits », dit zorgde ervoor dat de leeftijd werd behouden maar dat ze pas 2 jaar later werden opgeroepen voor dienst. De wet van 8 mei 1847, met rechtskracht vanaf nieuwjaar 1848 bepaalde dat de jongelingen pas zouden worden opgeroepen in hun twintigste levensjaar. De gebrekkige administratie zorgde voor heel wat ontduiking, doch de staat betrouwde zich op de sociale controle. Iedereen had het recht de registers in te kijken en kon melding maken van « afwezigen ». De druk van het milieu was van die aard dat niemand openbaar tot verklikking durfde overgaan. Theoretisch eindigde de conscriptie op 28 januari en ging men wettelijk op 1 maart over tot de trekking , m.a.w. de beruchte « loting ». Jaarlijks werden de officiële data gepubliceerde in de voornaamste dagbladen, tot driemaal toe, en via aanplakbrieven. Tevens ontving de betrokkene, of zijn ouders, een « uitnodiging » voor de loting.
[link2]Lees verder,http://www.abl1914.be/organisatie/loting.htm[/link2]
En zoals bij zoveel "droeve" gebeurtenissen werd ook hier een handel in opgezet.
Een (niet verzonden) postkaart:
De lotjes zijn zeker nog niet zeldzaam, het is vooral de manier waarop ze bewaard zijn die de prijs bepaald.
Na de Onafhankelijkheidsverklaring zou het jonge België de militiewetgeving van het Koninkrijk der Nederlanden blijven hanteren. Deze had uitdrukkelijk gesteld dat het leger voor het grootste deel uit vrijwilligers moest bestaan. De inwoners van de jonge monarchie voelden zich niet tot Mars aangetrokken en zodoende bleef de loting de voornaamste bron van rekruten.
Bij de militiewet van 1817, artikel 60, werd bepaald dat alle jonge mannen aan de loting moesten deelnemen in het jaar dat ze 19 werden. Dit gold niet alleen voor de Belgische jongemannen, maar ook voor de in ons land permanent verblijvende vreemdelingen ! Deze laatsten werden achteraf meestal vrijgesteld van dienst. In het negentiende levensjaar moesten de jonge mannen zich laten regristreren op het politiecommissariaat van de wijk. Vanaf 1843 werden er vragen gesteld bij de « te » jeugdige leeftijd van de « conscrits », dit zorgde ervoor dat de leeftijd werd behouden maar dat ze pas 2 jaar later werden opgeroepen voor dienst. De wet van 8 mei 1847, met rechtskracht vanaf nieuwjaar 1848 bepaalde dat de jongelingen pas zouden worden opgeroepen in hun twintigste levensjaar. De gebrekkige administratie zorgde voor heel wat ontduiking, doch de staat betrouwde zich op de sociale controle. Iedereen had het recht de registers in te kijken en kon melding maken van « afwezigen ». De druk van het milieu was van die aard dat niemand openbaar tot verklikking durfde overgaan. Theoretisch eindigde de conscriptie op 28 januari en ging men wettelijk op 1 maart over tot de trekking , m.a.w. de beruchte « loting ». Jaarlijks werden de officiële data gepubliceerde in de voornaamste dagbladen, tot driemaal toe, en via aanplakbrieven. Tevens ontving de betrokkene, of zijn ouders, een « uitnodiging » voor de loting.
[link2]Lees verder,http://www.abl1914.be/organisatie/loting.htm[/link2]
En zoals bij zoveel "droeve" gebeurtenissen werd ook hier een handel in opgezet.
Een (niet verzonden) postkaart:
De lotjes zijn zeker nog niet zeldzaam, het is vooral de manier waarop ze bewaard zijn die de prijs bepaald.