Verhalen van veteranen

Sterke verhalen waar het Belgische leger centraal staat.

Moderators: Exjager, piot1940, Bram1940

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Paddy
Berichten: 7570
Lid geworden op: 28 mei 2011 10:25
Locatie: Dendermonde, Idiot Trench
Contacteer:

Verhalen van veteranen

Bericht door Paddy »

Geplaatst: 18 Mei 2011 13:23
nick.dracu schreef:Ik weet niet of er al zo'n topic is gemaakt, maar heb deze nog niet gevonden.
Kort geleden heb ik me even voorgesteld waar ik jullie heb verteld dat ik de laatste vetranen ga opzoeken om hun verhalen op te schrijven. Het word dan ook tijd om deze even te tonen aan jullie:
Hiermee, en hou jullie vast, een tekst over 7 bladen :wink: :
Enjoy.

Na nog een vlugge controle van het adres vertrok ik naar de Heer M. Na een tochtje van ploeteren, stampen en vloeken duwde ik voorzichtig op de deurbel. Als je het bedenkt, het is soms raar hoe een mens ineen zit. Voor ik vertrok zag ik enorm zitten, opnieuw luisteren naar de anekdotes en verhalen van, jawel, wat ik beschouw de grootse generatie. Maar wanneer ik de deurbel aanraakte werd ik toch weer wat overrompeld door een gevoel van verlegenheid.
Na een korte periode en wat op mijn ongemakken te staan wachten ,ging lichtjes slepend, de witte voordeur open. Een vriendelijk kijkende man stond in het deurgat te kijken. ‘Kom binnen meneer, u hebt zeker gebeld voor dat interview?’ Verlegen als ik was bracht ik een zachte ja uit. ‘Mag ik u nogmaals oprecht bedanken, dat u me wilt ontvangen’ vervolgde ik.
Hij keek me even verbaasd aan en zei toen:‘je moet me helemaal niet bedanken ze, ik ben blij je te mogen helpen.’ ‘ Ja, maar toch nogmaals bedankt.’ Ik voelde me al een heel stuk meer op mijn gemak. Hij leidde me verder naar de woonkamer, waar een even vriendelijke dame mij zat op te wachten in de zetel. ‘Goedendag meneer.’ ‘ Goedemiddag mevrouw, hoe gaat het?’ ‘ Met mij alles in orde, je komt waarschijnlijk voor dit interview hé?’ ‘Inderdaad, … ehm …waar wilt u dat ik het gesprek opneem?’ vroeg ik vervolgens aan de heer M. ‘Misschien is het gemakkelijkst dat we aan de tafel gaan zitten, wat denk je ?’ ‘Zolang u gemakkelijk zit en ik niet een complete tijdsverspilling ben.’Weer keek hij me wat verbaast aan: ‘ Nee, nee jong kom, ben blij dat ik mijn vertelling nog eens mag doen.’ Grinnikte hij.
Meneer M. plaatste zich aan kop van de tafel en ik nam plaats naast hem. Na eventjes mijn spullen klaar te zetten, begon ik aan het interview. Nu ja begon Charles aan het interview.
-Oké, Normaal gezien moet de micro aanstaan en mag u beginnen wanneer u wilt.
* Ik zal beginnen van wanneer ik voor de eerste maal soldaat was. De 25ste februari van het jaar 1937 moest ik dus soldaat worden. Waarbij ik een dienstplicht moest vervolledigen van 17 maanden. Vroeger moest je nu eenmaal 17 maanden doen, en moest je nog eens infanterist zijn. Na mij aan te melden, werd ik gestationeerd in Gent. In de Leopoldskazerne. Daar werd ik ingedeeld in de 4de compagnie. En wat was de 4de compagnie? Dat waren de mitrailleurs. Je moet bij deze wel weten dat in tijd van oorlog, we onderverdeeld werden bij de andere regimenten. Dan bestond het 4de niet meer maar werden we deel van het 122, 123, 124,… zie je.
Dus ik heb gezegd dat voor mij een dienstplicht opgelegd werd van 17 maanden. Van die periode heb ik 3 maanden in Luik gelegen. Daar moesten we de mitrailleurs vervangen van het 12ste regiment.
Dat waren toen Walen hé. (grinnikt) Maar … ehm … we hebben daar nooit iets anders gedaan dan wacht gehouden, en de algemene oefeningen hé. Zo werden we soms midden in de nacht opgeroepen, om een brug te bewaken waarbij mogelijke scenario’s werden afgelopen. Maar meer hebben we daar eigenlijk nooit echt gedaan.
Nu, ik heb wel gezegd dat we 17 maanden moesten dienen, maar we hebben eigenlijk maar 15 maanden gediend. Wegens besparingen. (grinnikt) Tja de financiële zaken van toen waren ook dat niet ze. (lach)
Dus zoals ik al zeg, na 15 maanden dienstplicht ben ik afgezwaaid op het laatste van mei van 38 hé. Maar in september werd ik al terug opgeroepen voor de eerste mobilisatie. Deze echter, heeft maar enige dagen geduurd. Want na 8 dagen mochten we alweer huiswaarts keren.
Maar mijn soldatentijd zat er toen nog niet op. Want in ’39 moest ik nog een keer op kamp, en wat deden we daar? Oefeningen en dag marcheren.
We waren al wat getraind van onze legertijd en de mobilisatie, dus we hadden er niet echt moeite mee om die dagmarsen te doen. (grinnikt) Maar een ongeluk ligt nooit ver af.
Het was zo, op een van die dagen werd ons opgedragen om opnieuw in bepakking één van die dagmarsen te gaan doen. We kregen zoals gewoonlijk ons rantsoen mee, maar die dag kregen we wat aardig lijkende boleten. Er waren veel die ze niet lustte maar ik had die middag toch wel verdomd wat honger. Dus, ook al smaakte ze niet, ik at ze op.
Naarmate de dag eindigde liepen veel mannen weg van het eskader omdat ze zware aanvallen van buikkrampen kregen. (grinnikt) ik dacht toen nog dat ik gespaard gebleven was. Maar ’s nachts begon er zich ook wat op te steken in mijn buik. Ik kreeg net het zelfde als de andere, zware buikkrampen met als gevolg vele moeilijke tochtjes naar de grote wc. ( lacht) Maar ook braken was er bij. Ja, die nacht hebben we toch niet veel moeten slapen ( grinnikt).
Nu degene die niet van dat afschuwelijk eten hadden geproefd, hadden algauw ergens een verpleger gevonden die ons onderzocht. Maar het was nacht, en hij had niet veel zin, dus hij krabbelde vlug “verzorgt” op het rapport en ging terug naar zijn eigen kwartier.
Maar wat wilde die “verzorgt” betekenen? Doordat die man dat op ons rapport had getekend, wilde dit zeggen dat we allemaal, de volgende ochtend, terug fit genoeg waren om te gaan marcheren.
Maar ’s ochtends was iedereen zo slecht dat we allemaal rillend, van de koorts, in ons bed bleven liggen. Onze eerste sergeant die buiten op ons wachtte, werd algauw achterdochtig en ging toch even poolshoogte nemen.
Hij deed de deur open, stormde de slaapzaal binnen, en bleef verbaasd stilstaan. Heel de slaapzaal lag te kermen van pijn in hun buik, en te rillen van de koorts. Hij liep naar de dichtste man boog zich wat voorover en zei: ‘ Ja maar, wat is dat hier?’ de man antwoordde zachtjes, zijn stem was voor een part weg van het braken, we zijn allemaal ziek.’ ‘Ziek?’ De eerste sergeant keek hem ongeloofwaardig aan. Hij strekte zijn rug liep naar de rapporten, en zag bij allen verzorgd staan.
Gefronst keek hij terug over de slaapzaal en liep daarna weg, om een dokter te halen.
Na enkele minuten kwam hij terug de zaal binnen gevolgd door een dokter. Deze liep naar één van de mannen, onderzocht hem: nam zijn koorts, heel die circus, je kent dat wel en zei vervolgen: ‘ Ah’ zegt ie , ‘ Der is een epidemie uitgebroken’.
Er werd er eigenlijk niet veel spel om gemaakt want voor we het wisten lag iedereen in het hospitaal in Beverlo. Een militair ziekenhuis. ( grinnikt) Wat zo speciaal is aan alle militaire ziekenhuizen, is dat ze elke dag komen vragen hoe het met je is. Wanneer je er niet oplet en je zegt het zal gaan, mocht je stand te pede het ziekhuis verlaten. Maar ja, we waren jong, we waren het allemaal beu om in het hospitaal te liggen en we wilde allemaal zo rap mogelijk terug naar huis. Velen waren echter nog ziek toen ze werden ontslagen. Ik was alleszins nog ziek.
Alhoewel, de anekdote dat ik nu verteld heb wel redelijk grappig klinkt, was het toch vrij ernstig .Want er zijn er zelfs van gestorven. Een jong gastje van Ieper is in die dagen dat wij daar lagen gestorven. Dit komt doordat de jongen tijdens de winter fleurus gehad heeft. Een longontsteking. ( knikt behoedzaam) ja die jongen is er aan gestorven.
Maar er kwam nog een gemeen staartje aan de zaak. Onze luitenant- kolonel heeft hem, tijdens de tweede mobilisatie, door de kop geschoten. Juist omdat hij verantwoordelijk was voor de bevoorrading van het 4de compagnie…
Maar om kort te zijn, na het ziekenhuis verlaten te hebben, keerde ik terug naar huis. Weer voor een korte duur want de 26ste van september van het jaar ’39 werden we voor de tweede keer gemobiliseerd. Dus alle leden van het 4de compagnie moest zich terug gaan aanmelden in de Leopoldskazerne van Gent.
Twee nachten zijn we daar gebleven, niet goed wetend wat er van ons verwacht werd. Maar op de 3de dag werd ik onderverdeeld bij een ander compagnie. Bij het 2de linieregiment Leopolskazerne Gent. Na een vlugge kennismaking, nu ja kennismaking. We waren allemaal jonge gasten het ging niet zo om vriendschap te maken maar om… om ons te bewijzen. Dus, nadat iedereen m’n gezicht had gezien werden we uitgestuurd naar Asten. Een stadje bij de Leie.
Al marcherend kwamen we aan in Asten ,waar enkele nieuwsgierige bewoners de soldaten nakeken.
Ik geloof dat sommigen van hen dan wel goed wisten wat er op komst was. Maar we hadden het eigenlijk niet zo slecht ze in Asten. ( grinnikt) Elke soldaat sliep bij een gastgezin. Dat waren gewone burgers die hun huis moesten openstellen voor de soldaten die hun land moesten beschermen. De ene kon daar gemakkelijker mee leven dan de andere. Maar ( grinnikt) zoals ik al zei ik had het nog niet zo slecht bij mijn gastgezin. Ik werd nu eenmaal in een café gelegerd. (lacht)
Nadat we daar een goeie maand gelegerd waren, kregen we het bevel om door te trekken naar Merelbeke, tegen Ninove. Ook daar werd iedereen van ons regiment ondergebracht bij burgers. Heel de winter hebben we daar zitten afwachten. Vooraleer het bevel te krijgen om nog eens door te stoten naar Schilde, bij Antwerpen. Daar kan ik je weer een goeie anekdote vertellen. In Schilde, die toen een opkomende randstad was van Antwerpen, werden we geplaatst in een nieuwe woning. Dus Een nieuw huis zonder bewoners. Toen de eigenaar hoorde dat er een meute soldaten in zijn huis ondergebracht werd, heeft hij tranen met tutten geschreeuwd. Je moet weten elke soldaat had marcheerkisten aan, Schoenen met nagels. Als je met zulke schoenen op een nieuwe trap loopt, die redelijk wat geld gekost heeft, wel dan zou je ook wel schreeuwen aan het vaderlandweg. ( lacht)
Maar daar zagen we ook voor het eerste keer tegen welke kracht we het moesten opnemen. Op een morgen, de 10ste mei zagen we de Franse soldaten Holland binnentrekken. Maar s’ anderendaags zagen we ze in allerijl terugtrekken. Toen wisten we dat er iets serieus opkomst was. Later die dag hoorde we ook dat de Duitsers België waren binnengevallen.
Enkele dagen bleven we daar nog in Schilde om dan het bevel te krijgen om zo rap mogelijk terug te trekken naar Hansbeke. We werden allen zo dicht mogelijk bij het kanaal van Schipdonk ondergebracht, omdat het een soort van natuurlijke barrage vormde. Daar bezocht een goeie vriend ,van Koekelare, me.
Maar mijn luitenant had het waarschijnlijk wel in het motje waarom die zo veel moeite deed om tot Hansbeke te rijden. Daarom zei hij het volgende tegen me: ‘ jong, kijk je mag van mij vandaag en morgen je thuis bezoeken.’ Ik natuurlijk dol gelukkig mijn ouders nog eens te zien, maar hij vulde vervolgens aan: ‘ Hopelijk kom je toch nog terug?’ En… dat raakte me wel wat. Daarom dat ik na die twee dagen terug vertrok naar Hansbeke. Mijn vader had me streng afgeraden terug te keren, maar ik had het nu eenmaal beloofd tegen mijn luitenant.
Toen ik echter terug aankwam in dat stadje, was er nog kat nog muis te bespeuren. Mijn mitrailleuse stond er nog samen met mijn persoonlijke spullen maar van mijn regiment…. . niets te zien.
Ja, wat moet je dan doen hé, ik heb enkele minuten rondgelopen opzoek naar een teken van leven, (grinnikt), maar vond niets. Tja, ik begon te denken dat mijn regiment, kort na mijn vertrek, in allerijl vertrokken was uit schrik van de Duitsers. En net toen ik mijn fiets wilde terug opnemen en te vertrekken naar huis, zag ik mijn luitenant spurten naar mij. Verbaast keek ik hem aan toen hij buitenadem met een hand op mijn schouder tegen me leunde.
Hij slikte en zei vervolgens: ‘ Pff… kun je met… een paard… rijden?’ ik keek hem met een lichte frons aan te gapen. ‘ Met een paard rijden??’ ‘Nu ja… niet er mee rijden maar het begeleiden?’ nog steeds verbaasd antwoordde ik: ‘ Ah ja, dat moet lukken, maar sorry dat ik het vraag luitenant maar waarom?’ ‘ Tja,… de kisten voor je mitraleuse zijn verdwenen en anders kunnen we het niet vervoeren. Maar hier op het einde van de straat is er een boer die wel paard en kar heeft, haal vlug één oké, ik probeer dan de veldkeuken ergens te vinden. Ook de veldkeuken was hij kwijtgeraakt tijdens de commotie die ,toen ik weg was, was ontstaan. Ik vlug lopend naar die boer vragend om een paard en kar. Wetend dat er vroeger, alleen maar kleine boertjes bestonden die hoogstens twee of als het al wat rijkere waren, drie paarden hadden. Toen ik vroeg achter zijn enige paard stond de man me hopeloos aan te kijken. Hij moest het wel afgeven maar tja, het is bijna zijn inkomen afnemen. Ik dat paard bij de teugels genomen en terug gebracht naar het huis waar mijn mitraileuse stond. Ook mijn luitenant was terug ,maar zijn zoektocht was niet gelukt en de veldkeuken was nog altijd foetsie. ‘ Kom jong dat we hier vlug weg zijn’ riep hij naar me.
In één, twee, drie stond de mitraileusse op de kar en trokken we verder terug.
Toen we de rest van het regiment bereikt hadden en de mitraileusse op een tactische plaats geplaatst hadden zei ik tegen de luitenant: ‘ Luitenant, ook al is het oorlog toch moet ik dit paard en deze kar terug brengen naar de boer.’ Wijzend naar het bruin boerenpaard. ‘Vindt u ook niet?’ Hij gaf me vlug de toestemming omdat hij nog altijd met de veldkeuken in het hoofd zat. Zo rap als ik kon ben ik terug gelopen naar Hansbeke om het paard en kar teruggeven aan de rechtvaardige eigenaar. De boer viel op zijn knieën omdat ik toch zijn paard terug gebracht had. Het duurde toch wel weer een einde vooraleer ik de rest voor de tweede keer had gevonden.(lacht) Dit gebeurde allemaal in de ochtend, en zo als de tijd verstreek, werd het drie à vier uur. Iedereen zat scheel van de honger omdat nog niemand eten had gekregen. De luitenant had nog altijd niet de veldkeuken teruggevonden. (grinnikt)
Zo lagen we daar scheel van de honger met de mitraileuse in een gracht, te wachten en te wachten, en te wachten. Er werd toen niet veel gesproken enkel maar gekeken van links naar rechts en te blazen van verveling. Was dit nu oorlog? Vroegen sommigen van ons af.
Het werd zes uur en plots sprong de luitenant in onze gracht. ‘ jongens, luister ik heb de keuken gevonden, maar je moet niet met iedereen gaan want anders is onze positie niet meer beschermd, dus sergeant kies drie man uit ,en zend ze met hun gamellen achter eten. ‘ zo gezegd zo gedaan drie mannen vertrokken achter eten terwijl ik en nog wat andere soldaten de wacht bleven houden. Minuten verstreken of we hoorde plots zo’n leven. ‘ Ah, klonk het onder ons ze zijn daar met het eten.’ Iedereen verliet zijn post, nam zijn gamel en stond te kijken naar het einde van de gracht naar de drie mannen. Het grappige was, we lagen in een gracht en links, recht, voor en achter stond er rogge. Dus wij dachten dat we eten kregen maar het waren de Duitsers die zwaar gewapend uit het rogge kropen en stuitte een paar uitgehongerde jonge Belgische soldaten. ( lacht)
Ik lach er nog altijd mee, ik ben niet gevangen genomen met mijn karabijn in de hand maar met mijn een uitgehongerde blik en een gamel in mijn polen. ( lacht)
Ik denk dat de Duitsers zich er ook niet goed aan verstonden maar ze namen vlug onze wapens af en lieten ons marcheren over de weg, naar wie weet waar. Uren liepen we over die weg begeleid door een groep Duitsers, tot dat we een klein bruggetje bereikte. Net toen we op het bruggetje wilde gaan, begon onze artillerie te schieten. Enkel bommen vielen net achter ons. Daarom hebben we nog moeten vluchten samen met de Duitsers om niet onze eigen bommen op ons hoofd te krijgen. Maar gelukkig is er niets op ons gevallen en iedereen bereikte veilig de overkant. Na deze kleine beschieting brachten ze ons onder in Sleidinge tegen de Gentse haven. We werden samen met nog andere krijgsgevangene ondergebracht in de kerk. Twee nachten hebben we daar in angst afgewacht, wat er met ons ging gebeuren. De tweede nacht kregen we zelf nog een voorstelling van jawel, terug onze eigen artillerie. Een kerk was nu eenmaal een uitkijkpost, dus de Belgen probeerde er zoveel mogelijk te vernietigen om de Duitsers te weerhouden hun positie te zien en door te geven.
Die nacht heb ik zoveel mogelijk geprobeerd om van de toren vandaan te blijven, want ik vertelde tegen één van mijn regiment: ‘ als ze die toren mee hebben zijn we der ook aan. ‘ (lacht). Nu kan ik er mee lachen maar die nacht, … wel toen was het bitter ernstig. Gelukkig hebben ze de toren ook niet kunnen raken , maar er rond zijn er wel heel wat granaten gevallen ,want de ruiten van de kerk vlogen eruit van de ontploffingen. Toen we ’s ochtend te horen kregen dat we verder moesten trekken en we voor de eerste keer de buitenlucht terug zagen, viel onze mond open van verbazing. Huizen waren niet meer dan hopen steen op elkaar, de wegen zaten vol met metersdiepe putten. Alleen het godshuis was het enige duidelijke herkenningspunt gebleven, de rest was veranderd in
( grinnikt) letterlijk een slagveld.
Van de Duitsers moesten we dan verder trekken naar Lokeren, Een goeie 30 kilometer verder, we hebben daar bijna een hele dag over gedaan. We moesten telkens omlopen om de Duitse troepen niet te hinderen. Toen we op de markt van Lokeren aankwamen, was ik zo moe dat ik me gewoon liet vallen tussen de andere krijgsgevangene die daar reeds lagen. Ik ben als een blok in slaap gevallen. Toen ik s’ochtends werd wakker gemaakt stond de neef van mijn vrouw naar mij te kijken. Na de slapers goed uit mijn ogen te wrijven, was het inderdaad de neef van mijn vrouw die daar stond. Ook hij was krijgsgevangene genomen. Van Lokeren staken ze ons op de trein, in van zulke beestenwagons en brachten ze ons naar Bathorn. Dat was het eerste doorgangskampje. Bathorn lag net zoals het tweede kamp in de Lüneburger Heide, en noemde ook wel Stalag VI C. Maar daar hebben we eigenlijk niet zo lang gezeten, misschien omdat het daar al zo druk was. Vandaar hebben ze ons nog eens naar het krijgsgevangenkamp Dalum gebracht, waar we de opdracht kregen mee te helpen aan het opgraven van turf. Maar ook daar werden we alweer vlug de trein opgestoken, om ons nogmaals te verschepen naar een ander werkkamp, Stalag X1a te Altengrabow. En dat was nu eens een kamp waar er verschillende soorten krijgsgevangenen inzaten. Polen, Russen, Fransen, Belgen, een beetje van alles. Maar ook kolonialen, je weet wel die mannen met zo’n fez op hun hoofd. Daar zagen we de eerste keer dat de Duitsers een zekere wrok op ze hadden. Zij moesten nu eenmaal de strontbakken legen. En als ik strontbak zeg, bedoel ik inderdaad een bak. Heel het kamp moest hun behoeften doen in een bak met daarboven een stok om op te zitten. Maar hoe vuil hun werk nu eenmaal was, ze werden ook wat beloond met wat meer eten.
En eten was daar het meest kostbare dat een gevangene kon hebben, de Duitsers waren er ook zeer streng op, zodat er geen handel kon ontstaan. Per 5 gevangene kregen we 1 Duits brood. Een broodje van een goeie 30 cm lang en 10 cm dik. En daarmee moesten we het ook mee stellen.
Je mag het nu geloven of niet maar met een potlood maten we elk stukje af, zodat alles gelijk verdeeld was, nu ja gelijk. Als je de ene dag het midden had mocht je ’s anderdaags het uiteinde van het brood hebben. Ik zeg nu wel dat we maar 1duits brood kregen maar we kregen er ook een gamel soep bij, nu ja water met stukjes groenten in.
Gelukkig konden we wel gemakkelijk aan water geraken, in het midden van het kamp stond er gelukkig een waterpomp. Maar die honger verdelg je niet met water te drinken, mocht er gras staan in dat kamp dat at ik het zo op, en beschermde ik het met mijn leven. Maar er stond geen gras, het was allemaal zand.
Na enkele weken in dit kamp te zitten afwachten, kregen we te horen dat we werden verscheept naar nieuwe kampen. Geleid door firma’s. Ik zat zo bij de firma dormel, terwijl de neef van mijn vrouw bij de firma allingher werd geplaatst.
(zucht) weer die beestenwagons op. Toe we aankwamen in ons nieuw kamp, we dachten toen allemaal dat dit niet meer zou zijn dan enkele barakken speciaal voor ons. Maar toen we daar aankwamen zagen we een kamp even groot als waar we vandaan kwamen. Terug stampende vol met verschillende nationaliteiten. Maar ieder zijn nationaliteit had zo zijn eigen taak, wij de Belgen kregen de opdracht om voor de spoorleggers te lopen. Wat houd dit nu juist in? Wij moesten ervoor zorgen dat het spoor zo recht mogelijk lag. We moesten dus de hoogtes afdelven en in de laagtes werpen. Dit deden ze hier ook hoor, kijk maar naar het traject torhout – Brugge. Het ene moment rij je op een plateau het andere moment in een geul.
En waarom moesten we daar een nieuw spoor aanleggen? Omdat de nazi’s daar een heel nieuwe stad wilde aanleggen. De Hermann – Göring – stad. Ja, daar moesten wij aan werken.
Het was daar, dat ik de eerste keer gezien heb hoe de Duitsers anders keken naar de nationaliteiten.
Wij, Belgen waren voor hun gewoon oorlogsgevangenen. We werden niet gezien als criminelen maar gewoon als mensen. De Polen daarentegen werden op een heel andere manier bekeken. Zo werden ze allemaal gemarkeerd met een P op hun werkers kledij, een beetje het zelfde als een Jodenster. Zo werden de polen ook gebruikt voor de meest onmenswaardige taakjes. De chef, de Schacht , zoals we zeggen, had een persoonlijke joodse loopjongen. Knopp noemde hij. Maar hoeveel keer dat die jongen onder zen gat gekregen heeft, kan ik je niet zeggen. En maar vloeken en lelijk doen op die jongen, niet normaal.
Het kamp ,zoals ik al zei, was eigendom van de firma dormel, maar we bleven gevangenen en geen werkers. Daarom hadden ze ook bewakers nodig, en deze bestonden uit oud-strijders van de 1ste wereldoorlog. En ik moet zeggen, die mannen waren serieus getraind zulle. Wanneer deze ons naar het werk brachten, moesten we steeds een inspanning doen om ze te kunnen bijhouden. Zulke stappen dat deze namen, ook al waren ze twee keer onze leeftijd.
Kan wel zeggen , er waren er ook bij die een grote wrok op ons hadden, slaande op de Belgen. Zo was er één oud soldaat die krijgsgevangene geweest was in de eerste wereldoorlog. Deze schold je altijd uit, en riep altijd dat we stonken. Ja, dat was nog een lastige Duitsers ze. Maar wat konden we doen? We aanvaardden het feit dat we gevangen genomen waren, en , we hoopten allemaal dat we vlug naar huis mochten, meer konden we niet doen.
En naarmate het jaar passeerde hoe grauwer het weer werd. Zo was er een periode, in denk in september dat we constant regen hadden. Enkele dagen gietende en gietende regen. En toen we eindelijk terug moesten gaan werken ,lag de weg vol met plassen en modderpoelen, een zwijnenboeltje.
Je moet ook weten ,we hadden maar een paar werkers kleren en maar 1 paar schoenen. Dus na enkele maanden zaten deze vol met gaten. Niemand wilde dus door die waterplassen lopen, want dan stond je daar dan, een hele dag met natte voeten. Dus terwijl iedereen door de plassen liep, omdat we niet het eskader wilde verlaten, was er een jonge gast die het beu was. Hij vloekte en liep om 1 plas heen. Het was juist op dat moment dat die ouwe soldaat, die een wrok op ons had, achter hem liep. En op het moment dat de jongen het eskader verliet , kreeg hij het kolf van het geweer in zijn rug.
We wisten direct dat de slag iets had beschadigt in de jongen, want hij kermde niet hij lag daar gewoon, dat was niet juist ze. Onmiddellijk stopte iedereen met wandelen en stonden we de Duitser aan te gapen. Vloeken dat deze deed , we moesten onmiddellijk door wandelen. Maar een andere Duitser kwam vlug tussen hem en ons staan. Na een Duitse woordenwisseling moesten we terug keren naar ons kamp. De jongen en de Duitser hebben we nooit meer terug gezien.
We bleven werken tot in het midden van november dan was de grond zo hard van het vriezen dat we er met onze spaden niet meer in konden. En in januari moesten we onze kleine persoonlijke dingen bijeen rapen en ons klaarmaken voor opnieuw te vertrekken. Weeral op die beestenwagons, (grinnikt). Toen die grote deuren open gingen bevonden we ons in Stalag X1b te Fallingbostel.
Maar daar hebben we eigenlijk niet lang gezeten. Ik geloof , enkele dagen later kregen we te horen dat we het mochten aanzetten en huiswaarts keren. Ik kwam eindelijk, na bijna een volledig jaar weg te zijn, op 17 januari thuis aan. Enkel de Vlamingen mochten naar huis gaan. Waarom? ( zucht), geen idee. Er was een Brusselaar die bij ons zat, die eigenlijk serieus bang was dat hij niet mocht gaan omdat deze geen Vlaams kon. Daarom hadden we hem in de dagen dat we in Stalag X1b zaten, Nederlands geleerd. Maar toen hij naar de controle moest, lukte het hem niet deftig Vlaams te spreken en mocht hij niet mee komen. Het strafste van al is dat het een Vlaming was, die ons mocht de toestemming geven of we mochten gaan of niet.
De rest van de oorlog heb ik me zoveel mogelijk uit de buurt gehouden van de Duitsers.
Dat was denk ik, het meeste dat ik mee gemaakt heb in de oorlog van ’40 –’45.

Beste Charles, het enige dat ik kan zeggen is bedankt. Je verhaal heeft me serieus geholpen bij mijn
Werk. Echt waar Bedankt.

een hele tekst,
Aan iedereen die deze mee heeft uitgelezen proficiat :wink: . Mochten jullie iets opvallen of meer informatie over hebben, mogen julie me altijd contacteren.
Grtz,
nick
Greetings from a Little Gallant Belgian
Patrick De Wolf
Militaria-Ruilbeurs Hangar 42 Dendermonde,http://www.facebook.com/Hangar42Militaria
There is a very fine line between "hobby" and "mental illness".
Gebruikersavatar
Paddy
Berichten: 7570
Lid geworden op: 28 mei 2011 10:25
Locatie: Dendermonde, Idiot Trench
Contacteer:

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Paddy »

Bedankt voor deze primeur Nick, het smaakt naar meer :lol:
Greetings from a Little Gallant Belgian
Patrick De Wolf
Militaria-Ruilbeurs Hangar 42 Dendermonde,http://www.facebook.com/Hangar42Militaria
There is a very fine line between "hobby" and "mental illness".
mava105
Berichten: 337
Lid geworden op: 29 sep 2011 10:55
Locatie: Leuven

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door mava105 »

Tijdens mij legerdienst in 1967 als sergeant MP moest ik op een bepaald moment de escorte verzekeren van 2 vrachtwagens vol dokumenten. Het waren dokumenet n van de NATO die vanuit Parijs, waar Generaal De Gaulle de Nato had buitengezet, per Amerikaanse C 130 naar Brussel werden gebracht. Rond het vliegtuig op Melsbroek zeer zwaar bewapende Amerikaans MP die iedereen op afstand hielden. Gezien deze niet op Belgische grondgebeid mochten optreden, werd de Belgische Militaire Politie erbij gehaald voor de escorte en bewaking van deze dokumenten tussen de luchthaven en de bestemming. Wij waren hiervoor met 2 Minervajeeps en 4 man (1 sergeant en 4 korporaals) Wij waren bewapend met onze persoonlijke GP 9 mm, met de loop vol vet (kwestie van 's avonds minder te moeten kuisen) We hadden helemaal GEEN kogels meegekregen.
Pas bij aankomst was er toch een iets snuggere hogere Belgische officier die hierover een opmerking maakte en ons vroeg wat wij zouden gedaan hebben bij een overval (van de Russen bvb????)
De dag erna waren we wel zwaar bewapend (!!!!) voor een volgend konvooi. De korporaals kregen iedere een Vigneron mee met 1 lader met daarin 12 kogels oorlogsmunitie, en ikzelf 1 lader met 12 kogels voor mijn GP 9 mm (het vet werd zelf niet uit de loop gehaald) De laders staken niet in het wapen zelf maar in onze zak.
Wat zullen die Russen gedaverd hebben van de schrik als ze het machtige en zwaar bewapende Belgische Leger tegenkwamen.
Heb er de dag later nog last mee gehad, toen ik in de mess onderofficieren durfde binnenkomen om te eten, en een paar oudere beroepsmilitairen zagen dat ik zowaar echte kogels bijhad. Ze deden het bijna in hun broek van schrik, en stuurden me onmiddelijk buiten zonder eten. Moest eerst mijn wapen en bijbehoren de munitie gaan afgeven in het wachtlokaal.
Gebruikersavatar
one_O_five
Admin
Berichten: 3966
Lid geworden op: 28 mei 2011 14:01
Locatie: Lummen

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door one_O_five »

Als beroeps zou eerder zeggen een heilige schrik voor munitie, niet zo zeer om er mee door de Mess mee te gaan lopen maar eerder schrik voor ongevallen.
Nu is het zo dat transporten van munitie, geld en wapens altijd begeleid werden door bewapende militairen, zelf heb ik regelmatig dergelijke transporten gedaan, onopvallend bewapend met een GP met de lader er op, geen gordel en pistooltas maar gewoon het wapen in de rechter zijzak van de broek gestoken.
Dat was zo onopvallend dat we tijdens de middag toen we toch moesten wachten op de papieren om de grens terug over te kunnen gewoon met de GP op zak een restaurantje gingen doen.
We hebben er nooit een probleem mee gehad, nu ja, we hebben ook nooit de GP onder de neus van de kassierster gehouden ...
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Yente »

Bedankt voor het posten van dit interview!
Mocht je zomaar iemand doodschieten tijdens een mobilisatie?
"Maar er kwam nog een gemeen staartje aan de zaak. Onze luitenant- kolonel heeft hem, tijdens de tweede mobilisatie, door de kop geschoten. Juist omdat hij verantwoordelijk was voor de bevoorrading van het 4de compagnie…"

Mvg Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
Gebruikersavatar
nickdracu
Berichten: 157
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:41
Locatie: Torhout

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door nickdracu »

Mijn excuses voor dit late bericht had het wat uit het oog verloren,
wel niet echt, het is een fout in de omzetting van gesproken taal naar geschreven taal,
De man in kwestie werd niet neergeschoten, hij pleegde later zelfmoord. :(
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Yente »

Bedankt voor het verklaren.
Mvg Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
Gebruikersavatar
one_O_five
Admin
Berichten: 3966
Lid geworden op: 28 mei 2011 14:01
Locatie: Lummen

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door one_O_five »

Yente schreef: Vanaf het ogenblik dat ze iets van binnen en van buiten kennen begint de situatie echter heel gevaarlijk te worden want dan beginnen ze de veiligheidsmaatregelen aan hun laars te lappen.
Ik heb ook als schootsinstructeur verschillende pelotons leren schieten en daar ben ik het dus volledig mee eens.
Het gevaar van de gewoonte, en dat niet alleen bij het leger, bij schuttersverenigingen heb ik ook al zo het een en ander gezien waas de korte haren van de militair ...
Principieel is een wapen en munitie ongevaarlijk, pas op het ogenblik dat ge de principes overboord smijt komen de problemen.
Zo herinner ik me een ongeval in Soest waarbij de recruten in een carrée lagen om te leren laden en mikken, hierbij werd drill munitie gebruikt, blauwe kop en doorboorde huls, bij het afvuren een dode aan de overkant van het carrée.
Vermits het voorval in een andere eenheid gebeurde heb ik er het fijne nooit van geweten, maar een dergelijk ongeval is een samenloop van verschillende fouten, maak zelf maar eens een lijstje op van personen en hun mogelijke fouten in deze keten van gebeurtenissen die tot dit specifiek ongeval geleid hebben.

En voor ik het vergeet Dune65, ik heb ooit eens op een grote oefening aan de Weser met mijn Leopard op de parking van een Aldi gestaan, die mocht ik van de kassierster wel niet mee naar binnen nemen.
Gebruikersavatar
one_O_five
Admin
Berichten: 3966
Lid geworden op: 28 mei 2011 14:01
Locatie: Lummen

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door one_O_five »

Verkeerd geciteerd, verkeerde bril op gehad zeker, maar de bedoeling was goed.
Emmanuel
Berichten: 42
Lid geworden op: 06 jan 2015 11:04

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Emmanuel »

Hey Nick,

Ik vond dat verhaal zeker boeiend daar ik zelf veel veteranen vh 2-22li geintervieuwd heb .
Waar kan ik jou mee helpen?
Mag ik u vragen of jij ook namen hebt van de sdt zelf? Vd luitenant...?
Dan kan ik al t'een en t'ander opzoeken voor u.
Grt
Emmanuel
Marianne
Berichten: 1
Lid geworden op: 10 aug 2017 11:19

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Marianne »

Danku om me toe te voegen op deze forum. Mijn grootvader heeft deelgenomen aan de veldtocht van 10mei 1940 tot 9 januari 1941. bij de 6 de linie 7de regiment als soldaat Militair.
En is dan Krijgsgevangenen geweest in Fallingbostel stalag XIB van 12.5.1940 tot 9.1.1941. onder het n°27162
Hij is dan gaan werken voor een Firma Jacobs deze werken waren bezettingswerken op het vliegveld te FLORENNES dit van 23.3.43 tot 16.9.43.
Verder is heeft hij bezettings werken uitgevoerd voor verschillende firma's van 17.3.44 tot 25.8.44.
Zijn naam was Karel Verlinden. Ik heb hier nog namen van personen die waarschijnlijk bij hem in de zelfde stalag zaten. Ik weet dat hij te slapen werd gelegd bij een boer Grave (Altengrauwbo) is dit een dorp of een naam ik weet het niet juist.
Deze namen heb ik nog: Vanakerdover Albert,Peeraer Frans,Peeters Jozef. Deze zaten ook in stalag XIb.
Mijn grootvader woonden in Regio Antwerpen in het dorpje Vosselaar. Zijn er mischien mensen die mij kunnen helpen om nog wat informatie of eventuele foto's te laten zien. Of zijn er mischien nog mensen die mijn grootvader gekend hebben? Voor mij is dit nog allemaal nieuw,en ik hoop dat ik nog wat informatie kan verkrijgen. Ik beschik over al wat papieren dus moesten jullie iets nog weten dan hoor ik het wel. Alvast bedankt :)
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Yente »

Hey,
Heb je zijn dossier al opgevraagd?

Mvg,
Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
Ann1966
Berichten: 9
Lid geworden op: 30 jul 2018 16:35

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Ann1966 »

Hallo Marianne,
Ik zie dat jij vermelding hebt van Jozef Peeters, dit is mijn grootvader heb je hier meer informatie over,? Wij hebben weinig informatie over zijn korte tijd gestorven op 10 oktober 1940. Werkongeval misschien zegt je dat iets.
Alvast bedankt
Ann
Ann1966
Berichten: 9
Lid geworden op: 30 jul 2018 16:35

Re: Verhalen van veteranen

Bericht door Ann1966 »

Hallo Marianne,
Ik zie dat jij vermelding hebt van Jozef Peeters, dit is mijn grootvader heb je hier meer informatie over,? Wij hebben weinig informatie over zijn korte tijd gestorven op 10 oktober 1940. Werkongeval misschien zegt je dat iets.
Alvast bedankt
Ann
Plaats reactie

Terug naar “Sterke verhalen - histoires fortes”