Naamgeving Militaire Kwartieren

Moderators: Exjager, piot1940, Bram1940

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Paddy
Berichten: 7570
Lid geworden op: 28 mei 2011 10:25
Locatie: Dendermonde, Idiot Trench
Contacteer:

Naamgeving Militaire Kwartieren

Bericht door Paddy »

Vanaf 6 januari 1933 moesten alle militaire gebouwen de naam dragen van een gesneuvelde uit de Grote Oorlog.

De kwartieren werden meestal naar een officier genoemd. In sommige kazernes kregen de aparte blokken ook de naam van een gesneuvelde (?) militair uit de Eerste Wereldoorlog.
Weet iemand op welke basis deze namen werden gekozen?

Bvb. De artilleriekazerne in Gent (het Pesthuis) kreeg de naam “Kapitein-Commandant de Hollain”. Deze officier was in 1914 bevelhebber van de artillerie van de 2é Brigade Mixte, hij sneuvelde te Sint-Margriete-Houtem op 18 augustus 1914. De wat verderop gelegen manage kreeg de naam "adjudant Van Vletingen" (Henri Auguste). Deze onderofficier van de artillerie van de 2é Brigade Mixte, geboren te Hasselt, sneuvelde eveneens op 18 augustus 1914 te Sint-Margriete-Houtem.
Greetings from a Little Gallant Belgian
Patrick De Wolf
Militaria-Ruilbeurs Hangar 42 Dendermonde,http://www.facebook.com/Hangar42Militaria
There is a very fine line between "hobby" and "mental illness".
Gebruikersavatar
Exjager
Sponsor 2022-2023
Berichten: 4379
Lid geworden op: 28 mei 2011 18:53
Contacteer:

Re: Naamgeving Militaire Kwartieren

Bericht door Exjager »

Interessante materie Paddy, ik zal eens zoeken of ik daarover iets heb, want dat interesseert met wel.
Wordt vervolgd...hoop ik ;)
Iets m.b.t. 2 Jagers te Paard is steeds welkom.
Mijn website,http://www.legerdienst.be
36 linie
Berichten: 36
Lid geworden op: 29 mei 2011 21:07

Re: Naamgeving Militaire Kwartieren

Bericht door 36 linie »

Dusart Charles - uit: Onze straatnamen / Kolonel Dusartplein

zwartwitportretKolonel Dusart was allerminst een “ijzervreter” of “geducht sabelsleper”. Hij was integendeel een zeer menslievend man.
Met z’n lange snor “à la gauloise”, zijn neustipje een beetje uit de lijn, een schalkse glim in de blauwe ogen, en met de eeuwige sigaret tussen zijn lachende lippen, was hij een joviale en graag geziene figuur. Hij had zich hier te Hasselt tal van vrienden verworven, trouwens zijn echtgenote was verwant aan een Hasseltse familie uit de gegoede burgerij.
Kolonel Dusart was een geboren Gentenaar, hij zag er het levenslicht op Kerstdag 1860.
Hij werd leerling aan de Militaire School te Brussel in 1877 en werd o/luitenant benoemd in 1879.
Hij nam achtereenvolgens dienst bij het 2e Linie, de Grenadiers en het 6e Linie, tot hij als luitenant in 1890 vertrok naar Congo-Vrijstaat en mocht aldus als vele andere Belgen, waaronder meerdere Limburgers, fungeren als een der pioniers in de strijd tegen de beruchte Arabische slavenhandelaars. Hij nam er namelijk deel aan de ekspeditie van de KWANGO, stichtte de post van KINGUNSCHI en nam a.i. het ambt waar van bijgevoegd distrikt-commissaris van OOST-KWANGO.
De campagne van Kasongo-Lunda stond onder zijn leiding, hij verwierf er de rang van kapitein in 1892, met als commandopost Kwango.
Op 27 juni 1893 was zijn taak in Kongo afgelopen en kon hij weder naar het vaderland vertrekken.
Op zijn aanvraag werd hij ingelijfd bij het 13e Linie. In 1903 werd hij tot majoor bevorderd en juist op zijn vijftigste verjaardag, dus op 25 december 1910 werd hij luitenant-kolonel.
Hij werd aangeduid voor het 11e Linie; tot Kolonel gepromoveerd nam hij eindelijk op 26 juni 1913 het bevel over ons Hasseltse garnizoensregiment.
Deze benoeming was voor zijn ondergeschikten een ware opluchting. Kolonel Dusart schafte immers meteen de destijds nog in zwang zijnde nodeloze voorschriften af, zoals het in verlof gaan met lichte katoenen broek en zware dienstschoenen met beenstukken; het dichtnaaien van de zakken en zo meer.
Bij de wekelijkse lange afstandstochten werd steeds in een agglomeratie rust geblazen, en eenvoudig en innemend als Kolonel Dusart was, versmade hij niet zijn glaasje te gaan ledigen in een dorpsherberg midden zijner soldaten.
Soms was hij wel verplicht sancties te treffen, maar een zijner geliefkoosde gezegden was “Men moet niet altijd slachten wat vetgemest is”. Hij had werkelijk bij het 11e Linie een mooie atmosfeer van samenhorigheid geschapen.
Begin augustus 1914 galmde echter de noodklok over België. Ons land stond aan de vooravond van een bloedige tragedie – de Eerste Wereldoorlog!
Reeds in de morgen van 29 juli 1914 verzamelde Kolonel Dusart zijn regiment op het Wapenplein (thans Kolonel Dusartplein), nam het kommando en bij het spelen der welgekende mars “Le Chant du Départ” sloeg ons korps de weg in naar het station om de versterkte stelling Luik te gaan vervoegen.
Het 11e Linie kreeg het gebied tussen Herstal en Barchon toegewezen. De Staf van het korps was gevestigd bij “RHEES”, begraafplaats van Barchon.
Het Bivak werd opgeslagen en onmiddellijk werd aangevangen met de verdedigingswerken.
Het zou Kolonel Dusart’s laatste tocht worden.
In de nacht van 5 op 6 augustus, na een zwaar onweder rukte een afdeling Duisters aan, onze schildwachten werden overmeesterd, het bivak bestormd.
Na de eerste verrassing, ging Kolonel Dusart over tot de tegenaanval. Aan het hoofd van een groep manschappen, onder zijn persoonlijk bevel stormde hij de vijand tegemoet. Zijn stormloop brak helaas bliksemsnel af, een vijandelijke kogel velde hem neer.
Bij het morgengloren was het pleit beslecht, ons 11e Linie bleef meester van de vlakte, doch rouw hing over de streek, een aantal onzer jongens had het opperste offer gebracht. Voor het eerst had de dood in de Belgische rangen hoogtij gevierd.
Thans staan op het kerkhof van RHEES twee gedenktekens op een gezamenlijk graf. Op het ene prijken de namen der gesneuvelde manschappen, op het andere de naam “Kolonel Dusart”.
Wellicht toeval. Maar hoe treffend deze overste ook nu nog rustend temidden zijner jongens.
Door de gemeente Herstal wordt deze begraafplaats met zorg onderhouden, jaarlijks worden er bij de herdenking van de slag om Luik, bloemen neergelegd door een afvaardiging van de Broederkring van het 11e Linie. De regering heeft een bestendige herinnering willen bewaren aan de heldhaftige Kolonel Dusart. De kazerne van het 11e Linie kreeg de benaming “Kolonel Dusartkazerne”. Langs weerszijden der inrijpoort werden zijn naam en wapenfeit in brons gebeiteld.
Het stadsbestuur liet zich niet onbetuigd, het vroegere “Wapenplein” werd herdoopt in “Kolonel Dusartplein”.
Blijvende hulde aan een man, die zich tijdens zijn leven verdienstelijk maakte voor de gemeenschap en viel plichtsbewust op het veld van eer voor Land en Volk.
Vermeldenswaard is ook wel het feit dat Kolonel Dusart de eerste Belgische hogere officier was die sneuvelde in de oorlog 1914-1918.
Plaats reactie

Terug naar “Kazernes van het Belgische leger - casernes de l'armée belge”