HET GASMASKER MODEL 1929
Geplaatst: 21 mar 2015 01:21
HET GASMASKER MODEL 1929
(zie ook het topic Bescherming tegen giftige stoffen onder Ten velde – Het interbellum)
Het gasmasker model 1929 (appareil respirateur filtrant modèle 29-28 en modèle 29-31) bestaat uit het eigenlijke masker (de gelaatsbedekking), de filterbus met de opslorpende stoffen, een buigzame darm van ongeveer 65 cm lang (waarmee de filterdoos aan het masker gekoppeld werd) en een draagtas. Zowel de gelaatsbedekker als de darm waren in rubber. De gelaatsbedekker werd gemaakt in drie groottes, aangeduid met de Romeinse cijfers I, II of III.
In de gelaatsbedekker was een kussentje in rubberspons aangebracht die moest aansluiten op de neus en de wangen om zo een ademhalingskamer te vormen. In de draagtas bevond zich eveneens een tube ontwasemingscreme.
Aan de buitenkant bevonden zich twee rubberen lensringen waarin de triplex lenzen geschoven werden. De lensringen bestonden uit een cilindervormig deel en een afdichtingsrand. Het cilindervormig deel had een variabele hoogte om het zicht te verbeteren. Bij de eerste exemplaren was de binnendiameter van de lensringen 50mm, bij de latere exemplaren (vermoedelijk vanaf 1934), was dit 55 tot 60mm.
Het bevestigingssysteem bestond uit een steunplaatje in gerubberiseerde stof en zes elastische bevestigingen. Een van die bevestigingen was verlengd en had een knoopsgat om het masker op te hangen aan een knoop van de kapotjas in afwachtingspositie.
Onderaan de gelaatsbedekker was een bevestigingspunt in aluminium. Er zat een inadem- en een uitademklep op. De inademklep gaf uit in de darm, de uitlaatklep was beschermd door een metalen afscherming.
De ellipsvormige aluminium filterbus had de afmetingen 18 cm (basis) x 9 cm (breedte) x 12 cm (hoogte). Onderaan de bus was de luchtinlaat. Deze was normaal gezien afgesloten door een hoedje dat verbonden was met de draagtas door een touwtje. Het rubberen model 1929 gelaatstuk kon voorkomen zowel met filterbussen model 1928 (dezelfde als die voor het gasmasker 1928 gebruikt werden) als met filterbussen model 1931.
In de draagtas kwam eerst de filterbus die er onderin moest blijven, vervolgens de darm en daar bovenop het masker. In de tas was een apart zakje voor de tube ontwasemingscreme. De tas kon over de schouder gedragen worden, op de borst, op de rug of op de rugzak. Het was ook voorzien om de tas horizontaal te kunnen dragen.
Onder verzamelaars is dit gasmasker gekend onder de benamingen “nieuw model”, “model 1931”, “model 1932” en/of “model 1934”.
Fabrikanten waren Bergougnan Belge (BB) met graaf de Broqueville als voorzitter (zie zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 11/02/1930), Pirelli (PIRELLI Masques anti-gaz pour l'Armée, la Population Civile et l'Industrie, Vêtements anti-yperite et anti-acides, 55 Quai au Bois à Brûler, Buxelles; zie L'Armée Belge. Brochure éditée à l'occasion de l'Exposition de Bruxelles 1935), L’Antigaz en Sacic (Société Anonyme pour le Commerce et l4industrie du Caoutchouc). Wellicht heeft Englebert ook onderdelen geleverd.
Uit 'Geschiedenis van Evergem' door Achiel De Vos - Werkgroep, p. 643-644:
"Bergougnan werd uitgebouwd na 1921 vanuit een kern van gebouwen eertijds behorende tot de zagerij, kisten- en palettenmakerij van 'Usines d'Evergem'. De 'Compagnie Bergougnan Belge SA' werd gesticht op gezamenlijk initiatief van Baron Empain (1859-1929) van de gelijknamige Belgische Groep, en van Raymond Celestin Bergougnan (1858-1942) van Bergougnan France uit Clermond-Ferrand, als rubberfabriek die, inspelend op de expansie van de automobielnijverheid, luchtbanden produceerde voor personen- en vrachtauto's, naast fietsbanden, vormstukken, transportbanden, vloerbekleding en volle banden.
Als onderdeel van de oorlogsindustrie moesten de houten loodsen en barakken, deels nog daterend van de vroegere houtzagerij 'Usines d'Evergem' plaats ruimen voor betonnen werkplaatsen met hun typische schaaldaken. "
(zie ook het topic Bescherming tegen giftige stoffen onder Ten velde – Het interbellum)
Het gasmasker model 1929 (appareil respirateur filtrant modèle 29-28 en modèle 29-31) bestaat uit het eigenlijke masker (de gelaatsbedekking), de filterbus met de opslorpende stoffen, een buigzame darm van ongeveer 65 cm lang (waarmee de filterdoos aan het masker gekoppeld werd) en een draagtas. Zowel de gelaatsbedekker als de darm waren in rubber. De gelaatsbedekker werd gemaakt in drie groottes, aangeduid met de Romeinse cijfers I, II of III.
In de gelaatsbedekker was een kussentje in rubberspons aangebracht die moest aansluiten op de neus en de wangen om zo een ademhalingskamer te vormen. In de draagtas bevond zich eveneens een tube ontwasemingscreme.
Aan de buitenkant bevonden zich twee rubberen lensringen waarin de triplex lenzen geschoven werden. De lensringen bestonden uit een cilindervormig deel en een afdichtingsrand. Het cilindervormig deel had een variabele hoogte om het zicht te verbeteren. Bij de eerste exemplaren was de binnendiameter van de lensringen 50mm, bij de latere exemplaren (vermoedelijk vanaf 1934), was dit 55 tot 60mm.
Het bevestigingssysteem bestond uit een steunplaatje in gerubberiseerde stof en zes elastische bevestigingen. Een van die bevestigingen was verlengd en had een knoopsgat om het masker op te hangen aan een knoop van de kapotjas in afwachtingspositie.
Onderaan de gelaatsbedekker was een bevestigingspunt in aluminium. Er zat een inadem- en een uitademklep op. De inademklep gaf uit in de darm, de uitlaatklep was beschermd door een metalen afscherming.
De ellipsvormige aluminium filterbus had de afmetingen 18 cm (basis) x 9 cm (breedte) x 12 cm (hoogte). Onderaan de bus was de luchtinlaat. Deze was normaal gezien afgesloten door een hoedje dat verbonden was met de draagtas door een touwtje. Het rubberen model 1929 gelaatstuk kon voorkomen zowel met filterbussen model 1928 (dezelfde als die voor het gasmasker 1928 gebruikt werden) als met filterbussen model 1931.
In de draagtas kwam eerst de filterbus die er onderin moest blijven, vervolgens de darm en daar bovenop het masker. In de tas was een apart zakje voor de tube ontwasemingscreme. De tas kon over de schouder gedragen worden, op de borst, op de rug of op de rugzak. Het was ook voorzien om de tas horizontaal te kunnen dragen.
Onder verzamelaars is dit gasmasker gekend onder de benamingen “nieuw model”, “model 1931”, “model 1932” en/of “model 1934”.
Fabrikanten waren Bergougnan Belge (BB) met graaf de Broqueville als voorzitter (zie zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 11/02/1930), Pirelli (PIRELLI Masques anti-gaz pour l'Armée, la Population Civile et l'Industrie, Vêtements anti-yperite et anti-acides, 55 Quai au Bois à Brûler, Buxelles; zie L'Armée Belge. Brochure éditée à l'occasion de l'Exposition de Bruxelles 1935), L’Antigaz en Sacic (Société Anonyme pour le Commerce et l4industrie du Caoutchouc). Wellicht heeft Englebert ook onderdelen geleverd.
Uit 'Geschiedenis van Evergem' door Achiel De Vos - Werkgroep, p. 643-644:
"Bergougnan werd uitgebouwd na 1921 vanuit een kern van gebouwen eertijds behorende tot de zagerij, kisten- en palettenmakerij van 'Usines d'Evergem'. De 'Compagnie Bergougnan Belge SA' werd gesticht op gezamenlijk initiatief van Baron Empain (1859-1929) van de gelijknamige Belgische Groep, en van Raymond Celestin Bergougnan (1858-1942) van Bergougnan France uit Clermond-Ferrand, als rubberfabriek die, inspelend op de expansie van de automobielnijverheid, luchtbanden produceerde voor personen- en vrachtauto's, naast fietsbanden, vormstukken, transportbanden, vloerbekleding en volle banden.
Als onderdeel van de oorlogsindustrie moesten de houten loodsen en barakken, deels nog daterend van de vroegere houtzagerij 'Usines d'Evergem' plaats ruimen voor betonnen werkplaatsen met hun typische schaaldaken. "