DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Het Belgische leger tijdens de 18-daagse veldtocht.

Moderators: Exjager, piot1940, Bram1940

Plaats reactie
Bram1940
Beheerder
Berichten: 2264
Lid geworden op: 29 mei 2011 13:25

DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door Bram1940 »

Hallo,

Ik zal trachten hierna een overzicht te geven van de individuele dotatie aan munitie. Hier en daar is er een uitbreiding naar een sectie of compagnie. Aanvullingen, verbeteringen, bedenkingen en andere (opbouwende) commentaren zijn zeker welkom.

In december 1932 is de individuele dotatie munitie bij de infanterie de volgende:
a) Per geweer : 120 patronen op clips
b) Per karabijn : 60 patronen op clips
c) Per pistool : 21 patronen op lader
d) Per FM30 : zie hieronder
e) Per zware Mi : 4.000 patronen in de caissons 1 tot 6
f) Per mortier van 7c6 : 100 schoten in de caissons

Voor de FM30 was de verdeling als volgt :
a) De gegradueerde (overste van de FM-ploeg, korporaal) : 230 patronen verdeeld als volgt :
- 2 doosjes van 15 patronen op 3 clips voor geweer in de bovenste zakken van de riem
- 4 laders van 20 patronen voor FM in de onderste zakken van de riem
- 2 laders van 20 patronen voor FM in de bovenste zakken van de ransel
- 4 dozen van 20 patronen voor FM in de onderste zakken van de ransel
b) De schutter : 80 patronen op 4 laders in de patroongordel (deze had geen bovenste zakjes , noch munitiezakjes aan de ransel)
c) De eerste munitiebezorger 240 patronen, verdeling als volgt :
- 2 doosjes van 20 patronen voor machinegeweer in de bovenste zakken van de riem
- 4 laders van 20 patronen voor machinegeweer in de onderste zakken van de riem
- 2 laders van 20 patronen voor machinegeweer in de bovenste zakken van de ransel
- 4 doosjes van 20 patronen voor machinegeweer in de onderste zakken van de ransel
d) De tweede munitiebezorger 230 patronen, verdeling als volgt :
- 2 doosjes van 15 patronen op 3 clips voor geweer in de bovenste zakken van de riem
- 4 laders van 20 patronen voor machinegeweer in de onderste zakken van de riem
- 2 laders van 20 patronen voor machinegeweer in de bovenste zakken van de ransel
- 4 doosjes van 20 patronen voor machinegeweer in de onderste zakken van de ransel
e) De derde munitiebezorger 230 patronen (idem als 2de munitiebezorger)
f) De vierde munitiebezorger 230 patronen (idem als 2de munitiebezorger)

De individuele bewapening van de 2de, 3de en 4de munitiebezorgers waren het geweer of de karabijn. De schutter en de 1ste munitiebezorger hadden reglementair een handvuurwapen (GP35) als individuele bewapening.

Voor het transport van patronen bestonden linnen zakken met een linnen handvat. De handvaten hadden een kleuren code als volgt:
a) Pistoolmunitie : groen handvat
b) Geweermunitie : rood handvat
c) Munitie voor FM : blauw handvat
d) Munitie voor de Mi : handvat zonder kleur
e) Zak voor clips : geel handvat

(Bron : (Errata au) Manuel pour les cadres de réserve d’infanterie, ICM, Bruxelles, novembre 1932)
P3010033.jpg
P3010034.jpg
P3010035.jpg
P3010037.jpg
P3010038.jpg
De patronen voor de geweren en karabijnen zijn, per vijf op clips, verpakt in bruinachtig gele kartonnen doosjes (in totaal 15 patronen) die verlijmd zijn. De drie clips met patronen zijn van mekaar gescheiden door een rechthoekig papiertje. Aan de buitenkant van het doosje is een wit rond etiket gekleefd op één van de lange zijden. Op het etiket kwam in principe de initialen van de fabrikant, het aantal en type patronen, de beschrijving van de wapens waarvoor de patronen dienstig waren, het nummer van de bestelling en het nummer van het lot van de patronen, het soort, de origine en het lot van het poeder voor de lading en het jaartal van de bestelling. De doosjes worden in houten of metalen munitiekisten geplaatst. Een deel van de patronen wordt, verpakt in de hoger beschreven doosjes, echter in linnen tassen geplaatst.
Caisse cartouches b.JPG
De patronen voor de mitrailleurs en de machinegeweren zijn verpakt in gelijkaardige doosjes per vijftien zonder clips, in drie rijen van vijf, telkens gescheiden door een rechthoekig papiertje. Het etiket is rood in plaats van wit. Er worden bovendien patronen op band of in laders opgeslagen.

(Bron: Cours sur les Poudres, Explosifs, Munitions et Artifices en usage dans l’Armée Belge, Bruxelles, MDN, 1925)
P4250004.jpg
De Tableau-guide et tableau-inventaire d’équipement et de chargement de la Voiture de Combat de Bataillon d’Infanterie (I.C.M., 1936) vermeldt (op de achtertrein) 11 zakken met blauw geverfd handvat voor 200 patronen voor machinegeweer (bestaande uit 110 doosjes van 20 patronen voor machinegeweer); 1 zak met groen geverfd handvat voor patronen voor pistool (bestaande uit 280 patronen voor pistool). Bovendien waren er voorzien: (op de voortrein, centraal binnenin) 28 zakken met kartonnen bodem voor 6 laders voor machinegeweer, ieder gevuld met 20 patronen (14 zakken in het linker- en 14 zakken in het rechtercompartiment, allen rechtop geplaatst), dus in totaal 168 gevulde laders voor machinegeweer. Deze uitrusting werd verdeeld door het G.P.A. (Grand Parc d’Armée).

Op 21 december 1935 bestelt Luitenant-Generaal Wibier, inspecteur van de infanterie, een studie om na te gaan hoe de munitie voor de DBT kon vervoerd worden. Achter de linies moest de munitie vervoerd worden op de voertuigen van de eenheden. De wijze waarop de DBT-ploeg de munitie moest transporteren naar de voorste linies was nog niet bepaald. Men wist wel dat de eerste munitiebezorger 15 granaten moeste meedragen, de schutter 6 granaten en de sergeant stuksoverste 4 granaten.

Het Centre d’Etudes techniques d’infanterie (C.E.T.I.) in Beverlo wist al op 28 januari 1936 te melden dat de individuele dotatie niet kon meegedragen worden in de broodzak of de ransel aangezien beide een te beperkte capaciteit hadden. De zakken van de kapotjas waren dan weer niet voorzien op het gewicht (bv van twee granaten in iedere zak). Laat staan dat de eerste munitiebezorger zijn volledige dotatie op die manier zou meedragen. Een speciale granaatvest werd als te ongemakkelijk beschouwd (belemmering van de beweging van de armen, belemmering van de dracht van een schoudervuurwapen of van de ransel etc.). Een munitiezak zou dan weer speciaal ontworpen moeten worden om al de eerder vermelde ongemakken te vermijden, er rekening mee houdend dat de DBT-ploeg bewapend was met het pistool GP. Ook de drijfpatronen mochten niet uit het oog verloren worden. Reglementair was er niets voorzien qua hoeveelheid maar men dacht aan dat een ploeg er minstens 45 zou meedragen (20 bij de stuksoverste en 25 bij de schutter). Aanvankelijk dacht men er aan om een speciale ransel te laten vervaardigen.

Generaal Wibier vraagt in februari 1936 toch de granaatvest te onderzoeken. Hij stelt tevens voor om na te gaan of men 8 granaten kon meedragen in zakken (trousses) met handgrepen, die op het slagveld konden achterblijven. Op 19 februari 1936 stuurt het CETI een eerste reeks schetsen, waaronder die van een draagzak zonder compartimentering voor 10 granaten en de bijhorende drijfpatronen. Alle gevraagde modellen worden in juni 1936 aan het CETI geleverd door het Constructiearsenaal (A.C.). Enkele weken later wordt er een model van bepakking getest, gelijkaardig aan die voor de mitrailleurschutters.
P1040049.jpg
Op het ministerie van Landsverdediging (brief van 22/09/1936) is men bezorgd om het transport van deze bijkomende ransels op de infanterievoertuigen. Men stelt zich ook de vraag om hoeveel sets het zou gaan. Ok het gewicht van de uitrusting wordt bestudeerd. Zo leren we dat de stuksoverste voorzien was van een pistool GP met kolf, grote pistooltas en ladertas met 39 patronen op laders. Daarnaast moest die nog een draadschaar of hamerbijl meenemen. De schutter was bovendien bewapend met de GP en had nog een schop aan de riem hangen. De munitiebezorger had dan weer een schoudervuurwapen met bajonet en een schop aan de riem.

Een document gedateerd op 9 maart 1937 meldt dat er op dat moment reeds 1.300 LG/DBT (Lance-Grenades/DBT) voor handen zijn en dat 2.400 bijkomende granaatwerpers in producties zijn. Op dat moment gaat men uit van een behoefte van 3.360 stuks voor het gemobiliseerde leger, waardoor er 340 exemplaren kunnen dienen als instructiemateriaal.

In oktober 1938 laat Luitenant-Generaal Bogaerts, de nieuwe inspecteur-generaal van de infanterie, het Arsenal du Charroi weten dat er nog steeds geen speciale uitrusting voorzien is voor de DBT-ploeg. Op oudejaarsavond 1938 stelt men bij de Direction Supérieure de l’Infanterie vast dat de situatie nijpend wordt gezien de toenemende internationale spanningen. De invoering van de speciale uitrusting voor de DBT-ploeg is op de helling komen te staan omdat men ook wou uittesten of de inzet van munitiewagentjes bij de pelotons niet beter was. Aangezien de nodige kredieten ontbraken om deze tests snel te laten uitvoeren net als voor de vervaardiging van de voorziene 14.000 stuks speciale uitrusting (benodigd krediet van 3.500.000 Bfr), werd er om een voorlopige oplossing gevraagd voor het transport van de granaten.

Iedere DBT-groep zou uitgerust worden met zeven zakken die ieder tien granaten konden bevatten, verdeeld over de overste van de ploeg en de zes munitiebezorgers. Bovendien zouden 40 granaten meegedragen worden als volgt: één in iedere zak van de capote en twee in de ransel of de broodzak door ieder van de tien leden van de DBT-ploeg. De prijs voor deze uitrusting werd geraamd op 200.000 Bfr indien men uitging van 14.300 tassen. De vervaardiging ervan zou op drie maanden klaargespeeld kunnen worden door de inzet van 25 arbeiders.

In een nota van het ministerie van Landsverdediging aan de Inspecteur-Generaal van de Infanterie van januari 1939 wordt gesteld dat er 20.000 tassen model 1936 (zonder nissen, met houten handvat en plaats voor 10 tot 15 granaten met de bijhorende speciale patronen) besteld zullen kunnen worden. Men gaat daarbij uit van 21 tassen per compagnie voor de DBT-ploegen en 18 tassen op de gevechtswagens van de compagnie.

Bijkomende testen lieten uitschijnen dat er maximaal 10 granaten, hetzij 6 kg, meegedragen konden worden in een broodzak model 1930 d.m.v. een schouderriem en 15 granaten, hetzij 9 kg, in een broodzak model 1934 op de rug gedragen. Indien het de bedoeling zou zijn er meer mee te nemen, zouden de bevestigingshaken van deze broodzakken verstevigd moeten worden met lederen stukken en rivetten.

Tussen februari en mei 1939 worden de tassen model 1936 geleverd en verdeeld. De zak was in de vorm van een parallellepipedum met vlakken in waterdichte canvas. Het had een metalen handgreep en een touw om de tas af te sluiten. Ze konden 10 tot 15 granaten bevatten, hetzij 10 offensieve handgranaten, hetzij 200 gewone patronen. Uiteindelijk werd voorzien dat de sergeant overste van de DBT-ploeg één tas model 1936 en 14 granaten meekreeg (10 in de tas, 1 in iedere zak van de capote en 2 in de broodzak of de ransel), de schutter kreeg 4 granaten mee (1 in iedere zak van de capote en 2 in de broodzak of de ransel) en iedere munitiebezorger kreeg een tas model 1936 en 14 granaten mee (zelfde verdeling als bij de overste).

(Bron: aanvulling op Reglement van de Infanterie – De Infanterie in het gevecht)

Dit is de reden waarom dergelijke tassen steevast 1939 gedateerd zijn.
P3010031.jpg
P3010030.jpg
Trousse Mod 1936 pour grenades DBT (4).jpg
Met dank aan Piot1940 en Eric S.
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.
Gebruikersavatar
piot1940
Berichten: 1024
Lid geworden op: 29 mei 2011 16:02
Contacteer:

Re: DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door piot1940 »

Dit is een lijvig werkstuk. Proficiat.

m vr gr, Jean
Gebruikersavatar
canadian2nd
Sponsor 2022-2023
Berichten: 1862
Lid geworden op: 21 jun 2011 14:07
Locatie: Bachten de Kupe

Re: DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door canadian2nd »

Daardoor leren we nog eens iets bij sè ! Prachtig gedaan Bram.
Zoals jij moesten er meer zijn op dit forum : tonen wat ze hebben en dit delen met iedereen die interesse heeft !
Maar misschien zijn er teveel ja....se mensen die hier kijken ...
In ieder geval bedankt !
mvg
Jan
In memoriam mijn opa Gerard : Soldaat 4 Li 1932-33 / 18d veldtocht (23 Li) / KG gemaakt bij Gent / Eind 1944 : vrijwilliger bij 1005e Tpt Coy / Gesneuveld voor België t.g.v. V2 inslag te Hove op 31-1-1945. I will always remember him ....
Bram1940
Beheerder
Berichten: 2264
Lid geworden op: 29 mei 2011 13:25

Re: DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door Bram1940 »

Jan,

Ik heb geen enkel probleem met kennis delen, ook al komt er weinig return (zie mijn artikel over de Belgische gasmaskers). Als ik zie hoeveel tijd ik hierin gestoken heb, kan ik aannemen dat er mensen zijn die hier tegenop kijken. Ik meen echter dat het de enige manier is om zoveel mogelijk originele zaken van de afvalcontainer te redden. Ooit komen die "geredde" stukken toch weer in het verzamelaarscircuit terecht.

Nu, ik beweer niet alle kennis te bezitten over de onderwerpen waarover ik schrijf. Alle commentaren, verbeteringen en aanvullingen zijn daarom zeer welkom.

Groeten,
Bram
Bram1940
Beheerder
Berichten: 2264
Lid geworden op: 29 mei 2011 13:25

Re: DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door Bram1940 »

Ik dacht eerst dat de oudere "trousses", dus die van voor het model 1936 in jute waren. In de teksten staat "toile". Misschien heb ik dat verkeerd vertaald als linnen. "Toile" staat namelijk ook voor canvas. Ik ben echter geen specialist op gebied van dergelijke materialen.
Krt
Berichten: 37
Lid geworden op: 07 apr 2015 21:07

Re: DE DOTATIE MUNITIE BIJ DE BELGISCHE INFANTERIE IN 1940

Bericht door Krt »

Hallo Bram,

Interessant artikel!

Enkele bemerkingen ivm de kartonnen doosjes:
-de doosjes zijn niet gelijmd maar geniet
-aan de "bovenkant" van het doosje kwam een gekleurd etiket dat rond of rechthoekig is, met of zonder witte lijn: dit geeft aan welk type munitie in het doosje zit en voor welk type wapen het bestemd is = visuele herkenning
-de gegevens ivm type patroon, hoeveelheid... werden niet op een wit rond etiket gedrukt, maar rechtstreeks op het doosje gedrukt
-patronen voor Mitrailleuses en Fusils-Mitrailleurs werden ook verpakt per 20.

Mvg!
Plaats reactie

Terug naar “Mei 1940 - Mai 1940”