ABL-History Forum

In 1913 werd de algemene dienstplicht ingevoerd en kon elke jongeman opgeroepen worden voor het leger. Weet iemand of er in deze periode (tot 1918) al sprake was van broederdienst, waarbij jongemannen vrijgesteld werden omdat één of meerdere broers al in het leger zaten?

Hallo,
het is misschien geen slechte vraag,
maar ik denk het niet, vermits de oorlogsjaren ertussen zaten
en toen dienstweigeren gelijk stond met desertie,
en daar stond de dood met de kogel op volgens het militaire reglement.(krijgsraad)
En,de dood met de kogel stond er nog altijd in tijdens de jaren 80,
wat natuurlijk in strijd was met het burgerlijk recht,waar de doodstraf al lang afgeschaft is.
Nu is dat allemaal veranderd en de militairen worden nu door een burgerrechtbank gehoord en veroordeeld.
Dus geen krijgsraad meer.
MVG,Lucien

Bedankt voor het antwoord!

abbl64 schreef: ↑14 sep 2017 20:49 het is misschien geen slechte vraag,
maar ik denk het niet, vermits de oorlogsjaren ertussen zaten
en toen dienstweigeren gelijk stond met desertie,

Vreemd antwoord. Broederdienst heeft niets met dienstweigering te maken.

Ik vermoed dat het wel bestond in die tijd. Ik vind op het forum een topic terug met een verwijzing naar broederdienst van een milicien uit de klasse 1911. Zie dit topic: http://www.ablhistoryforum.be/viewtopic.php?t=1363 Mogelijk werd de broederdienst opgeheven tijdens de oorlog?

groeten,
Bert

Hallo,

Er was in al de militiewetten tot en met 1909 (periode van de loting) sprake van vrijstellingen wegens broederdienst.
Voor de periode 1910 - 1913 (algemene dienstplicht beperkt tot één zoon per gezin) was er ook een tijdelijke vrijstelling voorzien voor iemand die een broer in dienst had. Indien die broer zijn dienst normaal vervulde werden de anderen definitief vrijgesteld vermits er maar één zoon dienst moest doen.
De wet op de algemene dienstplicht van 30/08/1913 was enkel geldig voor de klasse 1914 die werd opgeroepen na het uitbreken van de oorlog. In deze wet was voorzien dat een man tijdelijk uitstel kon kon vragen wanneer een broer in dienst was als de familie wilde vermijden dat er twee zoons (die dikwijls bijdroegen aan het gezinsinkomen) in dienst zouden zijn. In september 1914 werden al de nog bereikbare geschikten van de klasse 1914 opgeroepen zodat deze bepaling dode letter bleef.
In de speciale wetgeving uitgevaardigd tijdens de oorlog was geen sprake van vrijstelling wegens broederdienst. Al de geschikte mannen onder de vluchtelingen die voldeden aan de voorschriften van de wet (leeftijd, al dan niet gehuwd) werden opgeroepen. Zo waren er heel wat gevallen van mannen die vóór de oorlog waren vrijgesteld wegens broederdienst en die, gevlucht naar het buitenland of het niet-bezette deel van België, aldaar alsnog werden opgeroepen op basis van de voorschriften van de oorlogswetgeving.

Bedankt,
dat weten we dan ook weer.
MVG,Lucien

Dank u voor het antwoord!