De mislukte Belgische blokkade van Antwerpen.

De geschiedenis van het Belgische leger in de periode 1914-1918.

Moderators: Exjager, piot1940, Bram1940

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Paddy
Berichten: 7570
Lid geworden op: 28 mei 2011 10:25
Locatie: Dendermonde, Idiot Trench
Contacteer:

De mislukte Belgische blokkade van Antwerpen.

Bericht door Paddy »

Geplaatst: 09 Okt 2010 10:26
Binkske007 schreef:Vandaag stond in de Gazet van Antwerpen een artikel dat ma interessant genoeg leek om eens door een OCR-programma te draaien en hier te tonen.

Hier gaat-ie ... 8-)

'Godvergeten' houten palen enige herinnering aan Duitse bergingsoperatie in Eerste Wereldoorlog

De mislukte Belgische blokkade van Antwerpen

In de warme nazomer van 1914 stortte de wereld van de Antwerpenaars in.
Onder het steeds dichter komend gedonder van de Duitse kanonnen veranderde de Metropool van bruisende haven in een bezette stad.
Midden oktober vluchtten de Belgische verdedigers ontredderd over de Schelde, op weg naar vier jaar loopgraven.
Pas recent doken in Moskou documenten .op die verhalen hoe het Belgisch leger in de chaos van de laatste uren nog wanhopig poogde de Schelde te blokkeren door het grote Duitse passagiersschip Gneisenau af te zinken. Nog tijdens de oorlog slaagden de Duitsers erin het wrak te bergen. Enkele rijen raadselachtige, vergeten palen zijn nog de enige getuigen van deze vrijwel onbekende episode. Door Paul Verbraeken.

Onder een loodgrijze hemel en krijsende meeuwen naderen we vanuit Antwerpen de Scheldebocht van Kallo met links en rechts achter de dijken opslagtanks. In de verte op de Wase oever de ingang van Krankeloon, het privé-haventje van Dredging. Verderop de groene oase van het verborgen Fort Sinte Marie. Maar vandaag gaat het ons niet om de Antwerpse industrie. Ons doel ligt op een boogscheut stroomopwaarts van het Fort Filip ter hoogte van de rode boei 108. Daar steken parallel met de rechteroever bij eb drie rijen, gekruist geplaatste houten palen zowat 1,5 meter boven het slib uit. De achterste rij staat apart, de voorste rijen zijn grotendeels afge¬dekt met ballaststenen.
Voor en achter deze raadselachtige palen staat telkens een 'dagmerk', een navigatiekenteken dat buiten de vaarroute onverlicht een obsta¬kel aanduidt. Alleen op detailkaarten van de administratie staat bij deze 'dagmerken' de al even raadselachtige naam 'Gneisenau'. Enkele maanden geleden had hydrograaf Johan Elen ons verteld over "een paar godver¬geten palen in de Westerschelde die op zich toch een verhaal te vertellen hebben? Je moet daar eens gaan kijken". Johan, een 59-jarigé ambtenaar met bijna 40 jaar ervaring bij de Dienst Maritieme Toegang, is ook in zijn vrije uren een enthousiast liefhebber van de Schelde met een ongelooflijke kennis van de geschiedenis van de stroom. Wat voor een gewone zeiler een rot staketsel en een ondefi¬nieerbare hoop stenen lijkt, komt dankzij hem tot leven als een uniek getuigenis van een van de meest dramatische episodes in de toch wel bewogen geschiedenis van de Schelde. "Ik werd dan ook opgeleid door mensen die elke steen inde Schelde kenden én die hun kennis doorgaven. Dat doe ik nu ook".

Landverhuizers

Reeds jarenlang was het trotste Duitse passa¬giersschip Gneisenau - niet te verwarren met het gelijknamige pantserschip - een regelmatige gast in de haven van Antwerpen. Het was één van de schepen die de Duitse rederij Nord¬deutscher Llyod inzette op haar 14-daagse 'Kaiserlich-Deutsche Reichspostdampfer¬Linie naar het Verre-Oosten en Australië. Het schip kwam in Antwerpen vooral 'landverhui¬zers' (migranten) oppikken. Het 138 (ofvol¬gens andere bronnen 143) meter lange schip kon immers liefst 2.102 passagiers meene¬men: daarvan dan wel 1.862 samengepakt in de spartaanse derde klasse. De somptueuze cabines waren voorbehouden voor amper 240 passagiers in eerste en tweede klasse.
Vrijdag 31 juli liep de Gneisenau na een twee¬daagse zeereis vanuit Bremen nog maar eens Antwerpen binnen en meerde af aan het Noor¬derterras. Nog diezelfde nacht begonnen de zware klokken van de OLV-kathedraal luidgal¬mend te dreunen: overal in het land werd in het holst van de nacht de 'algemeene mobilisatie' afgekondigd.
Van afvaren was geen sprake meer; drie nach¬ten later vielen de Duitse troepen België bin¬nen. Nog diezelfde 4de augustus werd de Gneisenau door het Belgisch leger in beslag genomen om als hospitaalschip te dienen (zie kader). Nog wekenlang zou het schip in die functie een attractie zijn voor de Antwerpe¬naars in hun steeds meer belegerde stad. Wel¬licht werd de Gneisenau al de eerste dagen onklaar gemaakt.

De val van Antwerpen

Na de verovering van Brussel trok het Belgisch leger zich half augustus terug in Antwerpen, het 'nationaal reduit', versterkt met zijn enorme fortengordels. Antwerpen werd tijdelijk de hoofdstad; de koninklijke familie verbleef nu in het paleis op de Meir. Ondanks alle heroïsche pro¬paganda zag de Antwerpse bevol¬king ook wel dat de donderwolken boven de Scheldestad samenpak¬ten. Steeds meer vluchtelingen stroomden met hun gruwelver-halen de stad binnen, duizenden stedelingen sloegen op hun beurt op de vlucht. Eind sep tember gierde de angst door. de stad toen de Duitsers een frontaal offensief tegen Antwer¬pen begonnen.
Iedereen voelde dat het einde nabij was. "Onze forten zijn van karton", noteerde kunstcriticus Jozef Muls uit de mond van een kanonnier. "Van karton zeg ik je, tegen die monsterkanon¬nen waar Brialmont nooit op gerekend had. Het is slechts een kwestie van dagen, wat zeg ik, van uren misschien."
Wie de geruchten niet geloofde, hoefde slechts buiten te kijken. "De huizen blokten kolossaal op de vlammige lucht. Gedurige flikkeringen gloorden door de lucht als de lichtstriemingen van een Ver onweer. Toen plotseling kraakte een slag zoo geweldig' dat ik staan bleef. Was het een fort dat in de lucht sprong of een Zep¬pelin die bommen wierp ?", aldus nog Muls die even later het leger ziet terugtrekken. "Toen kwam een ander groot lawaai aan-stuwen uit den nacht. Dan vernam ik duidelijk het gedreun van honderden en honderden paar¬denhoeven. Het bleef een stoet zonder einde die de stad introk. Ik bleef loopen naast het dreunend getrappel van paarden. Het was de aftocht van ons legèr. Nog altijd joeg aan mij voorbij het gedraaf van nieuw-aanrukkende, bijna onkennelijke ruiters, die nu met ramme¬lende kanonnen door de dreundende straten reden."

Info via Moskou

In die apocalyptische sfeer besliste de legerlei¬ding dat absoluut moest worden verhinderd dat de Duitsers Antwerpen als uitvalsbasis voor hun Kriegsflotte zouden kunnen gebrui¬ken. Volgens Johan Elenwerd de Gneisenau in elk geval weggesleept en afgezonken om de vaargeul naar Antwerpen op het smalste punt te blokkeren: vlakbij Krankeloon. Maar zijn er ook militaire sporen die dat bewijzen?
Jawel, een korte zoektocht leverde ons die bewijzen, zij het dan wel langs een merkwaar¬dige omweg. De Belgische militaire archieven werden in 1940 door de Duitsers gestolen en naar Berlijn afgevoerd. Daar werden ze op hun beurt in 1945 door de Russen gestolen die ze pas tien jaar geleden aan België teruggaven. In een recordtijd toverde commandant Roland Versele ons uit deze 'Russische' dozen enkele verslagen boven. Op donderdag 8 oktober 1914 gaf de commandant van de VestingAnt¬werpen, luitenant-generaal Victor Deguise,, vanuit zijn hoofdkwartier in het fort Sinte¬Marie (Kallo, Zwijndrecht) opdracht om de volgende ochtend de Schelde af te sluiten. "Op advies van de loodsdienst en van de com¬mandant van de compagnie pontonniers" zouden twee Duitse stoomschepen - "de 150 à 160 meter lange Gneisenau en de ongeveer 100 meter lange Ganelon" - afgezonken wor¬den "2.400 meter stroomopwaarts van de bocht van Kallo in de passage van Krankeloon".

Afzinken

Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Die vrij¬dagochtend 9 oktober werden de vlotbrug¬gen gekelderd en de benzinedepots op het Antwerpse Zuid in brand geschoten. Voor de blokkade bleek om onnaspeurbare redenen alleen nog de onklaar gemaakte Gneisenau in aanmerking te komen. Opgeëiste sleepboten trokken de Gneisenau langzaam naar Kran¬keloon. Het detachement 'Torpilleurs' dat de 'Gneisenau met springstoffen moest doen afzinken, bleekechter al vertrokken 'naar het Westen'. Volgens de commandant van de Tor¬pilleurs, Deslave, waren de 'schepen' echter niet op tijd en "was het wegens de sterke stroming niet meer mogelijk om de Schelde effi¬ciënt te blokkeren". In wanhoop gafDeguise opdracht nog snel explosieven te zoeken in Kallo. Vruchteloos, om 11 uur liet comman¬dant Deslave afgemeten weten "dat hij in uit¬voering van de ontvangen orders alle spring¬stoffen al had vernietigd". En dus kregen de Belgen aan boord opdracht dan maar alle ventielen en kranen open te zetten.
Toen in de late namiddag de Gneisenau, die vermoedelijk met de boeg in de oever werd verankerd, nog niet was gezonken heeft Deguiserond 16u bevel gegeven om het schip dan maar met kanonvuur te bestoken. Wel¬licht is' dat nooit gebeurd. Feit is dat Antwer¬pen zich de volgende ochtend aan de Duitsers overgaf.

Direct na hun verovering wilden de Duitsers weten wat er met hun Gneisenau was gebeurd, vooral omdat in de Nederlandse pers werd geschreven dat de Belgen de Schelde hadden geblokkeerd met 30 afge¬zonken schepen. In werkelijkheid lag de Gnei-senau moederziel alleen in het niemandsland zeer, zeer langzaam te zinken. Twee Duitse auteurs (journalisten?) 1 Adolph Köstler en -Gustav Noste - trokken er volgens hun nu opgedoken relaas maandagnamiddag 12 oktober op uit om onder een stralende herfst¬zon de Schelde af te varen. Al na enkele kilo¬meters zagen ze de gele schoorsteen en zwarte romp van de Gneisenau schijnbaar ongehavend opdoemen. Pas dichterbij zagen ze tot hun afgrijzen hoe diep het schip lag én dat net op dat ogenblik het water begon bin¬nen te kolken door drie openstaande patrijs¬poorten. De twee spoedden zich met enkele soldaten aan boord en stelden vast dat de 'barbaarse' Belgen alles kort en klein hadden geslagen. Tot plotseling het schip onder hen slagzij begon te maken en zij voor hun leven moesten rennen. "Verbijsterd zagen we hoe de geweldige bouw steeds meer naar het Flussmitte afzonk." Met gesis, gekraak en ge gorgel van water zagen ze om 15.35u het schip definitief kapseizen in de lengterich¬ting van de stroom. Van een blokkade was geen, sprake, hooguit iorgde het wrak voor een vervelende hindernis. Enkele maanden later schreefhavenschepen G. Albrecht - de schatrijke bouwheer van het Redershuis (La Rade) - dat de Gneisenau die "buiten den thalweg op hare zijde is gezonken, zich der¬wijze gelegen bevindt dat haar mastwerk dat bij lage tij uitsteekt, het vaarwater verspert."

Geheime berging

In de Belgische archieven vonden we vrijwel niets over het verdere verloop. Wel weten we dat de Duitsers in augustus 1916 een Duitse bergingsfirma - mogelijk de firma Dyckerhoff & Widmann - onder de arm namen om het wrak te bergen. Op 23 mei 1917was het zover en kon het wrak naar Antwerpen worden terug gesleept. Deels gerestaureerd lag het schip nog steeds in Antwerpen toen Duitsland op 11 november 1918 capituleerde en België het schip voor de tweede keer kon confisque¬ren.
Hoe de berging gebeurde kunnen we slechts gissen. Wellicht werd het schip, net zoals later , de Herald of Free Enterprise, langzaam recht¬getakeld met spankabels die gespannen wer¬den op de nog bestaande palenrijen. Volgens Johan Elen "moet het een echt monnikken¬werk geweest zijn om in die tijd die palen daar in het slib te heien. Wellicht lag het schip schuin ten opzichte van de palen, met het uit¬einde pal in de vloed. Vermoedelijk speelden ze met het feit dat het schip bij elke vloed tel kens wat opgetild werd en spanden ze de spankabels dan telkens wat aan tot het uitein¬delijk recht lag."
Zeker is dat de Duitsers deze klus moesten klaren. Op 5 januari 1915 had in Antwerpen immers topberaad plaats tussen de Antwerpse schepen van Openbare Werken (Strauss) en deze van de Haven (Albrecht) over de eis van de Duitse Konter Admiral (Schout bij Nacht) Hugo Louran (Kommandeur der Scheldebefes- I tigungen) om onmiddellijk een in de Schelde gezonken kolenschip te bergen. Maar de stad antwoordde bitsig dat ze dat zeker niet zou doen. "De stad ontruimt de geulen der slui¬zen, daarentegen zal de Duitse overheid alles doen wegnemen wat de Schelde verspert. Het schip ligt in den stroom welke den Staat toe¬behoort en waar de Staat de werken uitslui¬tend verricht. Daar nu de regering afwezig is, dient de Duitsche overheid welke in haare plaats optreedt, hetnoodige te doen."

De afloop

Na de oorlog werd de Gneisenau hersteld door de firma Antwerp Engineering. Op 20 juni 1919 werd zij uiteindelijk verkocht aan een Italiaanse firma Soc. Ind. TransportiMari- ' timi (Sitmar) uit Genua. Die doopte haar met¬een om in Citta di Genova. (Ironie van de geschiedenis: 90 jaar later zou enkele kilome¬ter verder in het Verrebroekdok de Italiaanse Repubblica di Genova kapseizen.)
Als Citta di Genova zou de oude Gneisenau nog 11 jaar Italiaanse en Griekse emigranten op de lijndienst Genua-Australië overbrengen naar Fremantle, Melbourne, Sydney en Bris¬bane. Uiteindelijk werd hij in 1930 in Napels verschroot.
Greetings from a Little Gallant Belgian
Patrick De Wolf
Militaria-Ruilbeurs Hangar 42 Dendermonde,http://www.facebook.com/Hangar42Militaria
There is a very fine line between "hobby" and "mental illness".
giant
Berichten: 1
Lid geworden op: 29 okt 2013 10:08

Re: De mislukte Belgische blokkade van Antwerpen.

Bericht door giant »

Geachte Ik heb 40 jaar samen gewerkt met Johny Elen op de Hydrografische Schepen op de Schelde te Antwerpen
Kan U mij in contact brengen met Johny ,een oud Bemanningslid (Machinist op de Schepen)zeg maar
Plaats reactie

Terug naar “De Eerste Wereldoorlog - la Première Guerre Mondiale”